De speciale psychologische kracht van moraliteit

 

"Het is mijn morele verantwoordelijkheid om te doen wat ik kan" 
(Greta Thunberg, 2018, zie bijvoorbeeld Metro Nieuws[i])

Wie kent Greta Thunberg niet? De Zweedse tiener groeide uit tot internationale heldin voor het klimaat toen ze in 2018 besloot haar school op te geven om zich volledig te richten op de strijd tegen klimaatverandering. Zweden moest en zou de Parijsdoelen behalen. Greta was vastberaden door te gaan tot dit bereikt wordt, "al zou dat jaren duren" (zie bijvoorbeeld AD, 2019 [ii]). Haar drijfveer? Zoals de quote al aangeeft, Greta beschrijft haar motivatie op basis van moraliteit—haar visie op klimaatverandering is een reflectie van haar fundamentele overtuigingen over goed en kwaad (Skitka et al., 2021). Wat maakt moraliteit psychologisch zo speciaal en krachtig? En brengen onze morele overtuigingen altijd alleen maar goede dingen teweeg?

Afbeelding van Jamie Kohns via Flickr

Moraliteit is psychologisch zo speciaal omdat het mensen aanzet om hun morele doelen te halen, koste wat het kost. Maar hierdoor is het antwoord op de vraag of moraliteit alleen maar goede dingen brengt helaas geen simpele “ja” of “nee”. Bij Greta Thunberg zien we vooral de positieve kant van morele motivatie, maar eenzelfde morele drijfveer kan in sommige situaties ook meer kwaads dan goeds brengen. Uit naam van de moraliteit worden bijvoorbeeld ook oorlogen begonnen en wordt geweld ingezet waarbij vreedzame onderhandeling juist als taboe worden gezien (Fiske & Rai, 2014; Kovacheff et al., 2018; Mooijman et al., 2018; Skitka et al., 2021). Waarom? 

Als eerste is het goed om te begrijpen wat moraliteit psychologisch betekent. Kunnen we “morele” onderwerpen zoals abortus of de doodstraf psychologisch gezien onderscheiden van andere onderwerpen? Eerder namen psychologen en filosofen vaak aan dat sommige vraagstukken inherent van morele aard zijn en andere vraagstukken niet (Skitka & Morgan, 2014). Neem bijvoorbeeld een onderwerp als de legale status van abortus in de Verenigde Staten. Alhoewel er sterke voorstanders én tegenstanders zijn, leek men het over één ding eens: dergelijke onderwerpen zijn niet zomaar een kwestie van persoonlijke voorkeur maar gaan over fundamentele ideeën over goed en kwaad—ofwel morele overtuigingen. Echter bleek uit onderzoek dat mensen juist sterk verschillen in de mate waarin ze hun mening over een bepaald onderwerp, zoals bijvoorbeeld abortus, als een morele overtuiging beschouwen (Ryan, 2014). In andere woorden, morele overtuigingen zijn subjectief en het is daarom belangrijk om te kijken naar de psychologie van morele overtuigingen. Onderzoek heeft sindsdien bevestigd dat de morele overtuigingen van mensen kunnen aanzetten tot verandering van hun eigen gedrag en ook tot politiek activisme (Van Zomeren et al., 2012). Als iemand bijvoorbeeld een sterke morele overtuiging heeft tégen het eten van vlees, dan kunnen we in de meeste gevallen aannemen dat deze persoon alleen vegetarisch eet en gemotiveerd is anderen te overtuigen hetzelfde te doen (Feinberg et al., 2018). De persoon zelf ervaart zijn of haar morele overtuigingen namelijk allesbehalve subjectief: ze worden ervaren als objectieve feiten, zoals 1+1=2, maar dan over universeel goed en kwaad (Bauman & Skitka, 2009). Een sterke morele overtuiging hebben betekent deze in de praktijk brengen, koste wat het kost (Skitka, 2002).

Als tweede is het zo dat dit gevoel van morele verantwoordelijkheid zich soms ook op minder constructieve manieren uit, met name ten opzichte van zogenaamde andersdenkenden. Omdat een morele overtuiging voelt als een absoluut moreel feit, wordt het perspectief van andersdenkenden dus per definitie als onjuist en zelfs kwaadaardig gezien. Verschillende onderzoeken laten zien dat morele overtuigingen kunnen leiden tot wantrouwen, vijandigheid, en zelfs radicale en gewelddadige acties ten opzichte van andersdenkenden wanneer dit als noodzakelijk wordt gezien om een moreel doel te bereiken (voor een overzicht, zie Skitka, 2010). Morele overtuigingen geven mensen namelijk vaak het gevoel acties te rechtvaardigen, ook wanneer deze grensoverschrijdend zijn (Kovacheff et al., 2018; Pauls et al., 2021; Skitka, 2002). Ironisch genoeg suggereert nieuw onderzoek dat dit soort kwaadaardige acties de mogelijkheid tot maatschappelijke verandering vooral belemmeren. Bijvoorbeeld wanneer activisten zeggen geweld te willen plegen tegen andersdenkenden, vergroot dit juist de kans dat hun tegenstanders méér overtuigd worden van hun eigen morele gelijk (D’Amore et al., 2021). Een vreedzame aanpak op basis van begrip en tolerantie ten opzichte van andersdenkenden lijkt dus meer effectief in het overtuigen van andersdenkenden (D’Amore et al., 2021; Feinberg et al., 2020). 

Uit dit alles kunnen we concluderen dat mensen de speciale kracht van hun morele overtuigingen kunnen gebruiken om de wereld te veranderen, maar ook dat dit kan leiden tot situaties waarin de middelen ondergeschikt worden gemaakt aan het doel. Er is daarom in principe niets mis met het willen moraliseren van belangrijke onderwerpen, zoals klimaatverandering, discriminatie en grensoverschrijdend gedrag. Maar de vraag is hoe je de speciale kracht van moraliteit het beste weg kan sturen van geweld, en naar vreedzame acties toe kunt leiden. Met andere woorden, de morele verantwoordelijkheid die Greta Thunberg aanhaalt ligt niet alleen in “doen wat je zegt” om je doelen te behalen, maar ook in het kiezen van het juiste pad daar naartoe. 
 

Referenties

Bauman, C. W., & Skitka, L. J. (2009). In the mind of the perceiver: Psychological implications of moral conviction. Psychology of learning and motivation, 50, 339-362. https://doi.org/10.1016/S0079-7421(08)00411-8

D’Amore, C., Van Zomeren, M., & Koudenburg, N. (2021).  Attitude moralization within polarized contexts: An emotional value-protective response to dyadic harm cues. Personality and Social Psychology Bulletin. https://doi.org/10.1177/01461672211047375

Feinberg, M., Willer, R., & Kovacheff, C. (2020). The activist’s dilemma: Extreme protest actions reduce popular support for social movements. Journal of Personality and Social Psychology, 119(5), 1086-1111. https://doi.org/10.1037/pspi0000230

Fiske, A. P., & Rai, T. S. (2014). Virtuous violence: Hurting and killing to create, sustain, end, and honor social relationships.Cambridge University Press. https://doi.org/10.1017/CBO9781316104668

Kovacheff, C., Schwartz, S., Inbar, Y., & Feinberg, M. (2018). The problem with morality: Impeding progress and increasing divides. Social Issues and Policy Review, 12(1), 218–257. https://doi.org/10.1111/sipr.12045

Mooijman, M., Hoover, J., Lin, Y., Ji, H., & Dehghani, M. (2018). Moralization in social networks and the emergence of violence during protests. Nature Human Behaviour, 2(6), 389–396. https://doi.org/10.1038/s41562-018-0353-0

Pauls, . L., Shuman, E., Van Zomeren, M., Saguy, T., & Halperin, E. (2021). Does crossing a moral line justify collective means? Explaining how a perceived moral violation triggers normative and nonnormative forms of collective action. European Journal of Social Psychology. https://doi.org/10.1002/ejsp.2818

Ryan, T. J. (2014). Reconsidering moral issues in politics. The Journal of Politics, 76(2), 380-397. https://doi.org/10.1017/S0022381613001357

Skitka, L. J. (2002). Do the means always justify the ends, or do the ends sometimes justify the means? A value protection model of justice reasoning. Personality and Social Psychology Bulletin, 28(5), 588-597. https://doi.org/10.1177/0146167202288003

Skitka, L. J. (2010). The psychology of moral conviction. Social and Personality Psychology Compass, 4(4), 267–281. https://doi.org/10.1111/j.1751-9004.2010.00254.x

Skitka, L. J., Bauman, C. W., & Sargis, E. G. (2005). Moral conviction: Another contributor to attitude strength or something more? Journal of Personality and Social Psychology, 88(6), 895–917. https://doi.org/10.1037/0022-3514.88.6.895

Skitka, L. J., Hanson, B. E., Morgan, G. S., & Wisneski, D. C. (2021). The psychology of moral conviction. Annual Review of Psychology,72(1), 347–366. 10.1146/annurev-psych-063020-030612

Skitka, L. J., & Morgan, G. S. (2014). The social and political implications of moral conviction. Political Psychology, 35, 95–110. https://doi.org/10.1111/pops.12166

Van Zomeren, M., Postmes, T., & Spears, R. (2012). On conviction's collective consequences: Integrating moral conviction with the social identity model of collective action. British Journal of Social Psychology, 51(1), 52-71. https://doi.org/10.1111/j.2044-8309.2010.02000.x