“Wist je dat Jantje…?” Over de voorspellers, het nut en de gevolgen van roddelen op het werk

Roddelen op het werk gebeurt vrijwel in iedere organisatie op een dagelijkse basis. Heb jij het wel eens over een collega gehad met iemand op je werk terwijl die persoon er niet bij was? Dan mag jij jezelf ook scharen onder de 90% van volwassenen die wel eens roddelen op het werk. Maar waarom roddelen mensen over collega’s? Wat zijn de risico’s? En zijn er ook voordelen aan roddelen op het werk? Na het lezen van deze blog weet jij het antwoord op al deze vragen en kun je beter inschatten of het handig is om te roddelen over die ene collega, of dat je bepaalde informatie beter voor je kunt houden.

Afbeelding van Yan Krukau via Pexels.

Roddelen is het proces waarbij  een persoon (zender) communiceert naar een ander (ontvanger)  over een persoon die niet aanwezig is of niet op de hoogte is van de inhoud’ (Dores Cruz et al., 2021, p. 14). Wanneer dit op het werk gebeurt tussen collega’s, in het echt of virtueel, hebben we het over roddelen op het werk (Sun et al., 2023). Het gaat hierbij over het actief delen van bepaalde informatie, die positief ofwel negatief kan zijn. Onder werknemers in West-Europa en Amerika roddelt 90% wel eens op het werk (Grosser et al., 2012). Maar wat maakt nou dat mensen roddelen over anderen op het werk?

Een recent review artikel heeft alle wetenschappelijke literatuur over roddelen op het werk op een rijtje gezet (Sun et al., 2023). Het blijkt dat of iemand wel of niet roddelt onder andere afhangt van de eigenschappen en motivaties van de roddelaar zelf. Zo doen mensen die extravert, neurotisch, nieuwsgierig, cynisch, of narcistisch zijn, of een negatieve gemoedstoestand hebben, eerder aan roddelen dan anderen (Sun et al., 2023). Tegelijkertijd roddelen mensen ook vanuit een motivatie om elkaar te beschermen, bijvoorbeeld door negatieve informatie te delen over een persoon (Feinberg et al., 2012). Andere motivaties voor roddelen zijn het verkrijgen van informatie, invloed en sociale steun (Martinescu et al., 2019a). 

Waarom er geroddeld wordt gaat verder dan de persoon die roddelt. Ook interpersoonlijke en groepsprocessen spelen een belangrijke rol, zoals de relatie tussen werknemer en -gever. Werknemers zijn eerder geneigd om te roddelen wanneer er weinig vertrouwen is, onvriendelijkheid heerst en weinig of ongepast contact tussen werkgever en werknemer plaatsvindt (Ellwardt et al., 2012). Bovendien kan roddelen ook een manier zijn om je samen als team sterker te maken, vooral wanneer je als team kans maakt op een beloning (denk aan een roeiteam wat roddelt over een teamgenoot die niet diens best doet) (Kniffin & Wilson, 2010). 

Dat roddelen zo vaak voorkomt in onze huidige samenleving betekent dat er ook bepaalde doelen achter moeten zitten. Volgens Sun en collega’s bestaan er vier hoofddoelen voor roddelen op het werk, namelijk informatie-uitwisseling, ‘ego verbetering’, sociale integratie, en sociale segregatie (Sun et al., 2023). Informatie-uitwisseling houdt in dat er geroddeld wordt om informatie te verkrijgen, te geven of te bevestigen over een ander (Beersma & van Kleef, 2012). Mensen doen dit onder andere om bestaande positieve of negatieve attitudes over die persoon in kwestie te bevestigen (Smith, 2014) of om te leren wat de normen en waarden zijn binnen een bepaalde groep (Hodson, 2004). Ten tweede roddelen mensen om egoïstische redenen, zoals om zichzelf beter te voelen, om anderen te manipuleren of om invloed te hebben op hoe anderen hen zien. Bij elkaar wordt dit ook wel ego verbetering genoemd (Sun et al., 2023). Bijvoorbeeld, wanneer je roddelt beoordelen anderen jou als iemand met een hogere status (McAndrew et al., 2007), wat kan verklaren waarom het nuttig kan zijn om te roddelen op je werk. Het derde doel van roddelen is sociale integratie. Natuurlijk kan roddelen ook best leuk zijn, bijvoorbeeld wanneer het een grappig of interessant verhaal is en daarmee kan het uiteindelijk leiden tot het ontstaan van vriendschappen (Watson, 2011). Het vierde doel is sociale segregatie, ofwel dat mensen roddelen om afstand te creëren van of schade aan te richten jegens anderen (Sun et al., 2023). Bijvoorbeeld omdat het doel is om reputatieschade bij een ander te veroorzaken (Severance et al., 2013). Al met al zijn er dus heel veel redenen om te roddelen.

Maar wat zijn eigenlijk de gevolgen van al dit geroddel voor het doelwit ervan? Het blijkt dat het hierbij uitmaakt of het gaat om positief of negatief geroddel. Wanneer je het doelwit bent van een positieve roddel kan dit leiden tot gevoelens van trots en het aardig vinden van de roddelaar (Martinescu et al., 2019b). Negatieve roddels kunnen er voor zorgen dat een doelwit zich schuldig voelt of boosheid en angst ervaart (Martinescu et al., 2019b; Liu et al., 2020). In extreme gevallen kan dit ervoor zorgen dat er conflicten op de werkvloer ontstaan en dat een doelwit zelfs besluit om ontslag te nemen (Sun et al., 2023).  

Na het lezen van dit artikel weet je welke eigenschappen horen bij de typische roddelaar, vanuit welke motivaties geroddeld wordt, welke doelen roddelen kan dienen en wat de gevolgen van positief of negatief roddelen zijn voor het doelwit van de roddel (Sun et al., 2023). Om welke reden sta jij de volgende keer bij de koffie automaat?


Referenties

Beersma, B., & van Kleef, G. A. (2012). Why people gossip: An empirical analysis of social motives, antecedents, and consequences. Journal of Applied Social Psychology, 42(11), 2640–2670. https://doi.org/10.1111/j.1559-1816.2012.00956.x

Dores Cruz, T. D., Nieper, A. S., Testori, M., Martinescu, E., & Beersma, B. (2021). An integrative definition and framework to study gossip. Group & Organization Management, 46(2), 252– 285. https://doi.org/10.1177/1059601121992887

Ellwardt, L., Wittek, R., & Wielers, R. (2012). Talking about the boss: Effects of generalized and interpersonal trust on workplace gossip. Group & Organization Management, 37(4), 521– 549. https://doi.org/10.1177/1059601112450607

Feinberg, M., Willer, R., Stellar, J., & Keltner, D. (2012). The virtues of gossip: Reputational information sharing as prosocial behavior. Journal of Personality and Social Psychology, 102(5), 1015–1030. https://doi.org/10.1037/a0026650

Grosser, T., Kidwell, V., & Labianca, G. J. (2012). Hearing it through the grapevine: Positive and negative workplace gossip. Organizational Dynamics, 41, 52-61. https://doi.org/10.1016/j.orgdyn.2011.12.007

Hodson, R. (2004). Organizational trustworthiness: Findings from the population of organizational ethnographies.Organization Science, 15(4), 432–445. https://doi.org/10.1287/orsc.1040.0077

Kniffin, K. M., & Wilson, D. S. (2010). Evolutionary perspectives on workplace gossip: Why and how gossip can serve groups. Group & Organization Management, 35(2), 150-176. https://doi.org/10.1177/1059601109360390

Liu, T., Wu, L., Yang, Y., & Jia, Y. (2020). Work-to-family spillover effects of workplace negative gossip: A mediated moderation model. Frontiers in Psychology, 11, 1-12. https://doi.org/10.3389/fpsyg.2020.01612

Martinescu, E., Janssen, O., & Nijstad, B. A. (2019a). Gossip as a resource: How and why power relationships shape gossip behavior. Organizational Behavior and Human Decision Processes, 153, 89–102. https://doi.org/10.1016/j.obhdp.2019.05.006

Martinescu, E., Janssen, O., & Nijstad, B. A. (2019b). Self-evaluative and other-directed emotional and behavioral responses to gossip about the self. Frontiers in Psychology, 9, 1-16. https://doi.org/10.3389/fpsyg.2018.02603

McAndrew, F. T., Bell, E. K., & Garcia, C. M. (2007). Who do we tell and whom do we tell on? Gossip as a strategy for status enhancement. Journal of Applied Social Psychology, 37(7), 1562– 1577. https://doi.org/10.1111/j.1559-1816.2007.00227.x

Severance, L., Bui-Wrzosinska, L., Gelfand, M. J., Lyons, S., Nowak, A., Borkowski, W., Soomro, N., Soomro, N., Rafaeli, A., Treister, D. E., Lin, C.-C., & Yamaguchi, S. (2013). The psychological structure of aggression across cultures. Journal of Organizational Behavior, 34(6), 835–865. https://doi.org/10.1002/job.1873

Smith, E. R. (2014). Evil acts and malicious gossip: A multiagent model of the effects of gossip in socially distributed person perception. Personality and Social Psychology Review, 18(4), 311– 325. https://doi.org/10.1177/1088868314530515

Sun, T., Schilpzand, P., & Liu, Y. (2023). Workplace gossip: An integrative review of its antecedents, functions, and consequences. Journal of Organizational Behavior, 44(2), 311-334. https://doi.org/10.1002/job.2653

Watson, D. C. (2011). Gossip and the self. Journal of Applied Social Psychology, 41(7), 1818–1833. https://doi.org/10.1111/j.1559-1816.2011.00772.x