Het conflict in partnerkeuze is 18 cm - een lang verhaal kort

Zowel vrouwen als mannen zoeken bepaalde eigenschappen in hun potentiële partners. Dit kan tot conflicten leiden wanneer de voorkeuren van de beide geslachten niet overeenkomen. Recent onderzoek toont aan dat dit ook geldt voor een van de meest in het oog springende fysieke eigenschappen: de lichaamslengte. Wat blijkt: het conflict is te meten en bedraagt ongeveer 18 cm.

Afbeelding van Pixaba (https://pixabay.com/nl/engagement-paar-romance-fiets-1718244/), CC0 (https://creativecommons.org/publicdomain/zero/1.0/deed.nl)

“You can’t always get what you want’, zong Mick Jagger al eens. Hij had het niet hoeven zingen natuurlijk, want we weten het zelf ook wel. In de liefde kan de beschikbaarheid en de keuze van de andere partij wel eens in de weg zitten. Waar de partnervoorkeuren van beide geslachten op psychologische aspecten vaak sterk overeenkomen - wie wil er niet een aardige partner? - is dit niet altijd het geval bij fysieke eigenschappen. Recent onderzoek aan de hand van keuzes van speed-daters biedt een uniek perspectief op het dilemma van de gewenste lichaamslengte in een partner.

Hoe betrouwbaar zijn (lengte)voorkeuren?

 

Het zal je niet verbazen dat er bij de keuze van de gewenste partner, naast karaktereigenschappen, ook gelet wordt op fysieke eigenschappen (zie bijvoorbeeld Buss e.a., 1990; Courtiol e.a., 2010a,b; Kurzban & Weeden, 2005, 2007). Wellicht de meest in het oog springende fysieke eigenschap van de mens, die zich toch vooral rechtop voortbeweegt, is de lichaamslengte. Wat willen mensen precies in hun partner wanneer het op lengte aankomt? Er is betrekkelijk veel onderzoek naar deze vraag gedaan (Courtiol e.a., 2010a,b; Fink e.a., 2007; Pawlowski, 2003; Stulp e.a., 2013a,b) en het antwoord op die vraag hangt sterk af van twee eigenschappen: het geslacht en de eigen lengte. Langere individuen prefereren langere partners. Daarnaast geven zowel mannen als vrouwen de voorkeur aan een relatie waarin de man langer is dan de vrouw. Daarbij mag het lengteverschil ook weer niet te groot zijn. Tot zover de overeenkomsten. De beide seksen zijn het namelijk oneens over de vraag hoe groot dat lengteverschil nu precies moet zijn; vrouwen willen graag dat hun partner een stuk groter is dan zijzelf, terwijl  mannen liever een  kleiner lengteverschil zien. Ook beschouwen vrouwen de lichaamslengte van hun partner als een belangrijkere eigenschap dan dat mannen dat doen.

Dergelijke voorkeursstudies zijn interessant, maar het is nog maar de vraag of resultaten gebaseerd op voornamelijk psychologiestudenten (onderzoeksdoelgroep nummer één) te vertalen zijn naar een meer representatieve doorsnede van de bevolking. Verder is het beantwoorden van een survey-vraag misschien gemakkelijk (“Wat is de gewenste lengte van je partner?”), maar is het onduidelijk wat antwoorden op die vraag precies zeggen over het belang van lichaamslengte in de daadwerkelijke keuze van partners (Eastwick e.a.., 2014). Zo zou een vrouw, wanneer zij haar ideale man zou beschrijven, een man kunnen noemen met het uiterlijk van Brad Pitt, met de creativiteit van Van Gogh, de muzikaliteit van Michael Jackson, de vriendelijkheid van Mahatma Gandhi, et cetera. Daargelaten of zo’n man überhaupt bestaat, is het niet waarschijnlijk dat iedereen zo’n ‘perfecte’ partner kan vinden. Het punt is: mensen kunnen hun voorkeuren verwoorden, bijvoorbeeld favoriete oogkleur, haarkleur, lengte, gewicht, maar vinden diezelfde mensen deze eigenschappen nu echt belangrijk als het er op aan komt?

Kies je partner in drie minuten

 

Om die vraag te beantwoorden analyseerden een groep van wetenschappers de partnerkeuze in de praktijk (Stulp e.a., 2013b): speed-dates. Binnen het speed-daten gaan ongeveer vijftien mannen en een gelijk aantal vrouwen op één avond vijftien ‘speed-dates’ aan met elkaar van ongeveer drie minuten; dat wil zeggen, man en vrouw krijgen 180 seconden om één en ander te ontdekken aan elkaar, waarna een geluidje aangeeft dat een nieuwe date begint. Na een ‘speed-date’ noteren beide partijen, discreet, zonder dat dat door de ander gezien kan worden, of er wel of niet interesse is in de andere partij. De organisator van het speed-daten verzamelt aan het einde van de avond alle formulieren en gaat na welke partijen geïnteresseerd zijn in elkander (zogeheten ‘matches’). Speed-dating vormt dus een uitstekende gelegenheid om te bepalen hoe individuen hun potentiële partners kiezen en hoe genoemde voorkeuren vertalen naar echte keuzes (Finkel e.a., 2007; Finkel & Eastwick, 2008).

De onderzoekers keken naar hoe eerder verwoordde voorkeuren voor partnerlengte zich vertaalden in keuzes binnen het speed-dating (Stulp e.a., 2013b). Was dit het geval? Ja: voor zowel mannen en vrouwen gold dat de vooraf genoemde gewenste lengte een goede voorspeller was voor daadwerkelijk getoonde interesse. Een speed-dater met de 'juiste' lengte had de grootste kans op interesse van de ander. Hoe sterker de lengte van een individu afweek van de gewenste lengte, hoe lager de kans op interesse. Dat gezegd hebbende, lichaamslengte was alles behalve doorslaggevend in de keuzes, want ook individuen met lengtes die sterk afweken van de voorkeuren van de ander, hadden een aanzienlijke kans om interesse te ontvangen.

Wellicht opmerkelijker was het grote verschil tussen de voorkeuren en keuzes van mannelijke en vrouwelijke speed-daters. Mannen toonden het meeste interesse voor vrouwen wanneer deze 7 cm kleiner waren dan zijzelf, terwijl vrouwen de meeste interesse uitten wanneer de man 25 cm langer was. Een groot verschil in de gemiddelde keuze tussen de seksen.  Het conflict zou men kunnen uitleggen op de metrische schaal: 18 cm! De ‘matches’, gevallen waarin beide partijen interesse in elkaar toonden, waren het meest waarschijnlijk bij 19 cm lengteverschil. Dit laatste verschil ligt dichter bij de gemiddelde keuze van vrouwen dan bij die van mannen, wat betekent dat, bij dit conflict, vrouwen aan het langere eind trekken. Dit kwam met name omdat vrouwen over het algemeen selectiever waren dan mannen, maar ook omdat zij kritischer waren rond de lichaamslengte van de potentiële partner.

Voorkeuren en keuzes komen overeen met paarvorming (soort van)

 

De vraag die nu brandt is of ‘matches’ die ontstaan zijn via het speed-daten vergelijkbaar zijn met koppels in de echte wereld. Eerder onderzoek toont aan dat de kans op een meer traditionele date, seksueel contact, of zelfs een langdurige relatie aanzienlijk is na het speed-daten (Asendorpf e.a., 2011), wat ten minste aangeeft dat deze ‘moderne’ vorm van daten kan leiden tot paarvorming of daaraan verbonden gedragingen. Misschien moeten we onze vraag iets specifieker stellen: zal bovengenoemd conflict, waarbij vrouwen de voorkeur geven aan grotere lengteverschillen dan mannen, ook tot uiting komen in echte koppels? Een onderzoek naar jonge koppels uit Nederland (Stulp e.a.,2013a) doet vermoeden dat dit het geval is. Vrouwen bleken het meest tevreden zijn met de lichaamslengte van hun partner wanneer deze 21 cm langer is dan zij, terwijl bij mannen de grootste tevredenheid bij een verschil van 8 cm is. Deze resultaten komen sterk overeen met die afkomstig uit bovengenoemde speed-dating onderzoek, wat aangeeft dat de gewenste voorkeuren en keuzes met betrekking tot lichaamslengte wel degelijk terug te vinden zijn in echte paarvorming.  

Ook een tweede studie kwam tot deze conclusie (Stulp e.a., 2013c). Onder Britse ouders was het zo dat langere vrouwen vaker een echtpaar vormden met langere mannen dan vrouwen die kleiner van stuk waren, wat overeenkomt met eerder genoemde voorkeuren. Ook was het zo dat binnen de relatie mannen vaker langer waren dan hun partner. Dit is natuurlijk niet heel opmerkelijk, aangezien het gemiddelde lengteverschil tussen mannen en vrouwen ongeveer vijftien centimeter bedraagt. Zo is een man van gemiddelde lengte langer dan ongeveer 97,5% van de vrouwen in diezelfde populatie. Dit betekent dat, als je mannen en vrouwen willekeurig aan elkaar zou koppelen, de kans natuurlijk erg groot is dat de man langer is dan de vrouw. Echter, ook na statistische controle voor dit gemiddelde lengteverschil, bleek dat mannen vaker langer waren dan hun vrouwen dan men mag verwachten op basis van kans. Het is erg waarschijnlijk dat dit patroon, waarbij de man langer is dan de vrouw binnen het echtpaar, meer het gevolg is van de voorkeuren van vrouwen, aangezien zij een sterkere voorkeur hebben voor een langere partner dan dat mannen dat hebben voor een kleinere partner (Stulp e.a.,2013a, b). Tot slot kwam een lengteverschil waarbij de man 35 cm of langer was dan zijn partner minder vaak voor dan men op basis van statistiek mag verwachten. Dit komt overeen met het feit dat zowel mannen als vrouwen de voorkeur geven aan een relatie waarin het lengteverschil niet te groot is. Samenvattend: patronen met betrekking tot lichaamslengte in gevormde koppels komen dus in ieder geval kwalitatief sterk overeen met genoemde voorkeuren beschreven in zelfrapportagestudies. Er zijn echter veel koppels waarin de lengtepatronen niet goed overeenkomen met deze voorkeuren.

Het (on)belang van lichaamslengte

 

Wat kunnen we nu op basis van deze verschillende onderzoeken zeggen over het belang van lichaamslengte in partnervoorkeuren, -keuze, en paarvorming? Ten eerste, dat lengte alles behalve doorslaggevend is. Ten tweede, dat het een lange weg is van gemeten voorkeuren naar eigenschappen van partners in daadwerkelijke koppels. Deze conclusies zijn misschien niet baanbrekend, maar wel van belang. Er zijn weinig studies die verder gaan dan zelfrapportage, en binnen onderzoek naar partnerkeuze wordt niet veel nadruk gelegd op de vraag of en zo ja, in welke mate, voorkeuren tot uiting komen in echt gedrag en paarvorming.

Los van het feit dat vele andere eigenschappen een rol spelen in de partnerkeuze, en lengte waarschijnlijk niet erg hoog op de prioriteitenlijst staat in vergelijking met andere eigenschappen (Buss e.a., 1990; Courtiol e.a., 2010a; Kurzban & Weeden, 2005), is er nog een interessante reden waarom lengte als belangrijke eigenschap naar boven komt in de voorkeursstudies en speed-datingstudies. Fysieke eigenschappen zijn simpelweg makkelijker waar te nemen en te meten, en voorkeuren voor zulke eigenschappen makkelijker te definiëren: je voorkeur voor een bepaalde leeftijd, lengte, gewicht, of haarkleur is redelijk makkelijk uit te drukken op papier, maar noem bijvoorbeeld maar eens je gewenste mate van extraversie, kalmheid, zelfverzekerdheid, vriendelijkheid, of liefde voor kittens. Het is dan ook goed voor te stellen dat er in voorkeursstudies naar makkelijker te meten eigenschappen wordt gekeken, met als mogelijk gevolg dat het belang van dergelijke eigenschappen overschat wordt.

Iets soortgelijks lijkt ook het geval bij speed-daten. Bepaal maar eens in drie minuten bovengenoemde karaktereigenschappen, of religiositeit, of ambitie. Natuurlijk, je inschattingen zullen ten dele goed zijn, maar de inschattingen over haarkleur, lichaamslengte, of gewicht zijn uiteraard nauwkeuriger; je hoeft ze zelfs niet in te schatten, want je ziet meteen of deze eigenschappen je bevallen of niet. En inderdaad, wanneer tijdens het speed-dating vele potentiële partners beoordeeld moeten worden, richten individuen zich meer op fysieke eigenschappen, zoals lengte en gewicht, dan wanneer het aantal potentiële partners geringer is (Lenton & Francesconi, 2010). Een verklaring hiervoor is dat het cognitief meer belastend is om karaktereigenschappen in te schatten. Wanneer mensen vele inschattingen moeten maken, gaan zij over op minder cognitief belastende processen en gaan zij derhalve meer letten op makkelijker waar te nemen fysieke eigenschappen. De rol van lichaamslengte is dan ook hoogstwaarschijnlijk belangrijker bij het speed-daten dan bij meer ‘traditionele’ dates.

But if you try sometime...

 

Lengte speelt een rol in partnerkeuze en paarvorming, waarbij mannen en vrouwen verschillen in hun voorkeuren. Het resultaat is dat beide partijen, gemiddeld genomen althans, niet krijgen wat ze willen; ‘You can’t always get what you want’. Dit is natuurlijk niet verbazingwekkend gegeven het ontelbaar aantal eigenschappen die een partner bezit en je eigen voorkeuren voor zulke eigenschappen; het is onwaarschijnlijk dat je al je voorkeuren kunt realiseren, te meer omdat de andere partij ook zijn of haar voorkeuren heeft. Men zal op sommige eigenschappen moeten toegeven, en lichaamslengte lijkt het daarbij snel af te leggen tegenover bijvoorbeeld charme, vriendelijkheid en gedeelde interesses. Hoeveel is die 18 centimeter nou echt waard? Of, zoals Jagger verder zingt: “But if you try sometime you find, you get what you need”.

 

Literatuur

  • Asendorpf, J. B., Penke, L., & Back, M. D. (2011). From dating to mating and relating: Predictors of initial and long-term outcomes of speed-dating in a community sample. European Journal of Personality, 30, 16–30.
  • Buss, D. M., Abbott, M., Angleitner, A., Asherian, A., Biaggio, A., Blanco-Villasenor, A., … Yang, K.-S. (1990). International Preferences in Selecting Mates. Journal of Cross-Cultural Psychology, 21(1), 5–47.
  • Courtiol, A., Picq, S., Godelle, B., Raymond, M., & Ferdy, J.-B. (2010a). From preferred to actual mate characteristics: the case of human body shape. PLoS ONE, 5(9), e13010.
  • Courtiol, A., Raymond, M., Godelle, B., & Ferdy, J.-B. (2010b). Mate choice and human stature: homogamy as a unified framework for understanding mating preferences. Evolution, 64(8), 2189–2203.
  • Eastwick, P. W., Luchies, L. B., Finkel, E. J., & Hunt, L. L. (2014). The predictive validity of ideal partner preferences: a review and meta-analysis. Psychological Bulletin, 140(3), 623–65.
  • Fink, B., Neave, N., Brewer, G., & Pawlowski, B. (2007). Variable preferences for sexual dimorphism in stature (SDS): Further evidence for an adjustment in relation to own height. Personality and Individual Differences, 43(8), 2249–2257.
  • Finkel, E. J., Eastwick, P. W., & Matthews, J. (2007). Speed-dating as an invaluable tool for studying romantic attraction: A methodological primer. Personal Relationships, 14(1), 149–166.
  • Finkel, E. J., & Eastwick, P. W. (2008). Speed-Dating. Current Directions in Psychological Science, 17(3), 193–197.
  • Kurzban, R., & Weeden, J. (2005). HurryDate: Mate preferences in action. Evolution and Human Behavior, 26(3), 227–244.
  • Kurzban, R., & Weeden, J. (2007). Do advertised preferences predict the behavior of speed daters? Personal Relationships, 14, 623–632.
  • Lenton, A. P., & Francesconi, M. (2010). How humans cognitively manage an abundance of mate options. Psychological Science, 21(4), 528–33.
  • Pawlowski, B. (2003). Variable preferences for sexual dimorphism in height as a strategy for increasing the pool of potential partners in humans. Proceedings of the Royal Society B: Biological Sciences, 270(1516), 709–712.
  • Stulp, G., Buunk, A. P., & Pollet, T. V. (2013a). Women want taller men more than men want shorter women. Personality and Individual Differences, 54(8), 877–883.
  • Stulp, G., Buunk, A. P., Kurzban, R., & Verhulst, S. (2013b). The height of choosiness: mutual mate choice for stature results in suboptimal pair formation for both sexes. Animal Behaviour, 86(1), 37–46.
  • Stulp, G., Buunk, A. P., Pollet, T. V, Nettle, D., & Verhulst, S. (2013c). Are human mating preferences with respect to height reflected in actual pairings? PLoS ONE, 8(1), e54186.

Auteur(s) van het artikel

begrippenlijst van artikel

Facebook