Vijf wetenschappelijke tips om betere cadeaus te kopen
Passende cadeaus geven is best lastig. Toch zijn er mensen die er meer talent voor hebben dan anderen. Welke mensen zijn dat en welke strategieën kun je gebruiken om zelf een betere gever te worden? Er zijn veel wetenschappelijke inzichten die op dit gebied kunnen helpen. In dit artikel zal ik deze inzichten bij elkaar brengen en bespreken van welke cadeaus mensen het meest blij worden.
In bijna elke cultuur geven mensen elkaar cadeaus. Cadeaus helpen erbij om relaties op te bouwen en te onderhouden (Cheal, 1987; Ruth, Otnes, Brunel, 1999). Maar een passend cadeaus geven is niet altijd even makkelijk. Vaak laten wij ons bij het uitkiezen van een cadeau leiden door normen en ongeschreven regels die juist leiden tot minder goede cadeaus. Zo denken bijvoorbeeld veel mensen dat het niet gepast is om geld als cadeau te geven, maar als je de ontvanger niet goed kent is het juist veiliger om geld te geven dan een slecht cadeau (Waldfogel, 2002). Een slecht cadeau geven kan vrij negatieve gevolgen hebben, dus het is belangrijk om dit te vermijden. Mensen vinden het fijn om het gevoel te hebben begrepen te worden (Pollmann & Finkenauer, 2009). Een slecht cadeau kan dit gevoel ondermijnen. Amerikaanse onderzoekers (Dunn, Huntsinger, Lun, & Sinclair, 2008) hebben laten zien dat mannen die van hun partner een slecht cadeau krijgen vervolgens aangeven dat zij minder gemeen hebben met hun partner dan degenen die een meer passend cadeau hebben ontvangen. Sterker nog, de mannen die een slecht cadeau van hun geliefde kregen zagen minder toekomst in de relatie dan mannen die een passend cadeau kregen. Passende cadeaus uit kunnen kiezen is dus een belangrijke vaardigheid, maar wat moet je daarvoor precies in huis hebben?
Wie kiest de beste cadeaus?
Zijn er misschien mensen met een aangeboren talent voor het vinden van passende cadeaus? Uit de literatuur blijkt dat vrouwen meer cadeaus kopen dan mannen en zelf denken dat zij er beter in zijn dan mannen (Fischer & Arnold, 1990). Maar zijn zij ook echt beter? Deze vraag op een objectieve manier te beantwoorden is ingewikkelder dan het lijkt. Men zou natuurlijk aan mensen kunnen vragen hoe blij ze zijn met de cadeaus die ze hebben gekregen. Maar dat brengt allemaal problemen met zich mee. Misschien herinneren zich mensen wel juist een heel speciaal cadeau of hebben mensen andere verwachtingen van cadeaus van vrouwen dan van mannen, waardoor deze volgens verschillende standaarden beoordeeld worden. Een meer objectieve manier is om van tevoren aan mensen te vragen om voor een aantal cadeaus aan te geven hoe graag ze die zouden willen hebben en om dan aan een ander te vragen om een selectie te maken. Als die selectie dan overeenkomt met de vooraf opgegeven voorkeuren is dat een teken van goed inzicht in de ander. Met deze taak heb ik in mijn onderzoek gekeken of er mensen zijn die betere cadeaus kiezen dan anderen (Pollmann & van Beest, 2014). En wij vonden inderdaad dat vrouwen beter zijn bij deze taak dan mannen, wat het eerste objectieve bewijs was voor een geslachtsverschil in de kwaliteit van cadeauselectie.
Wij hebben nog verder gekeken dan alleen de ruwe indeling man-vrouw. Er zijn natuurlijk ook nog veel persoonlijkheidskenmerken die samen zouden kunnen hangen met hoe goed iemand cadeaus voor anderen kan uitkiezen. Als eerst hebben wij gekeken naar inlevingsvermogen (De Corte, Buysse, Verhofstadt, Roeyers, Ponnet, & Davis, 2007). Met een schaal met vragen zoals “Soms probeer ik mijn vrienden beter te begrijpen door me voor te stellen hoe dingen er vanuit hun perspectief uitzien.” hebben wij gemeten hoe veel inlevingsvermogen mensen zelf denken te hebben. Vrouwen gaven zichzelf veel hogere scores dan mannen op deze schaal, maar verrassend genoeg was er geen samenhang tussen het zelf ingeschatte inlevingsvermogen en de prestatie op de cadeauselectietaak. Een andere vragenlijst die wij hebben afgenomen meet iets wat wij ‘sociale interesse’ hebben genoemd, dus hoeveel hou je van sociale situaties en ben je bezig met andere mensen (Hoekstra et al., 2011). Deze schaal heeft bijvoorbeeld vragen als: “Ik ga liever naar de bibliotheek dan naar een feestje”. Ook op deze schaal scoorden vrouwen hoger. En degenen met meer sociale interesse waren ook beter in het uitzoeken van een passend cadeau. Misschien is het zo dat mensen met meer sociale interesse erg gemotiveerd zijn om het goed te doen in een sociale situatie zoals cadeaus uitzoeken. Dit hebben wij niet direct gemeten, maar het zou een verklaring kunnen zijn. Vast staat dat niet iedereen even goed is in het inschatten wat anderen leuk vinden en dat er bepaalde kenmerken zijn, zoals geslacht en sociale interesse, die mede bepalen of je er goed in bent of niet. En wat nou als je een man bent met weinig sociale interesse? Dan kan de wetenschap je een handje helpen.
Wat voor cadeaus krijgen mensen graag?
Hier een paar tips die gebaseerd zijn op recent onderzoek naar cadeaus geven:
- Geef mensen wat ze vragen. Een heel simpel advies om mee te beginnen: als er concrete informatie beschikbaar is over de wensen van de ander, gebruik die dan ook. Vaak denken mensen dat ze creatief moeten zijn en zelf een passend cadeau voor iemand moeten vinden. Ze negeren dus de verlanglijst van de ontvanger. Maar mensen zijn juist blijer met de cadeaus van hun verlanglijst dan met door gevers zelf bedachte cadeaus (Gino & Flynn, 2011).
- Projecteer er rustig op los. De voorkeuren van je vrienden zijn heel goed te voorspellen door gewoon uit te gaan van je eigen voorkeuren. De Belgische onderzoekers Lerouge en Warlop (2006) hebben laten zien dat mensen de voorkeuren van vreemden best goed kunnen inschatten door middel van projectie. Bij hun eigen partner gaan mensen juist minder projecteren en wordt hun inschatting van de voorkeuren slechter. Blijf dus vooral dicht bij jezelf.
- Geef gerust hetzelfde cadeau aan verschillende mensen. Als je een cadeau hebt gevonden dat Pietje heel leuk vind, geef het dan ook aan Jantje. Ook hier staat het motief om creatief te zijn mensen vaak in de weg om het beste cadeau te vinden. In hun studie vonden onderzoekers Steffel en Le Boeuf (2014) dat mensen geneigd zijn om twee verschillende cadeaus te kopen als zij voor twee mensen tegelijk cadeaus kopen. Dit leidt er snel toe dat niet het leukste cadeau wordt gekozen, maar juist twee cadeaus die vooral verschillend zijn. Dit gebeurt zelfs als Pietje en Jantje elkaar niet kennen en de kans dus heel klein is dat ze hun cadeaus gaan bespreken. Het is daarom beter om het idee los te laten om zo creatief mogelijk te willen overkomen.
- Geef een belevenis. Mensen geven over het algemeen materiële cadeaus, terwijl onderzoek laat zien dat mensen blijer worden van belevenissen (Goodman & Lim, 2015). Kies dus voor de gezamenlijke high-tea in plaats van de theepot.
- Geef iets nuttigs. Terwijl gevers vaak denken dat een luxe artikel meer wordt gewaardeerd, waarderen ontvangers nuttige artikelen juist meer. Bijvoorbeeld bij de keuze tussen een nieuw woordenboek met 30.000 woorden of een tweedehands woordenboek met 55.000 woorden. Hier kiest de meerderheid van de gevers het nieuwe woordenboek terwijl de meerderheid van de ontvangers de voorkeur geeft aan het omvangrijkere, tweedehands woordenboek (Teigen, Olsen, & Solås, 2005).
Uit deze tips blijkt dus dat ontvangers vaak anders denken dan gevers. Het algemene advies om betere cadeaus te kopen is dan ook om je voor te stellen dat je zelf de ontvanger bent.
Ik wens je veel succes met het geven van je volgende cadeau. Wil je mij laten weten of deze tips hebben gewerkt? Laat dan een bericht achter op de facebookpagina van in-mind https://www.facebook.com/nl.inmind/.
Referenties
Cheal, D. (1987). ‘Showing them you love them”: gift giving and the dialectic of intimacy. The Sociological Review, 35(1), 150-169.
De Corte, K., Buysse, A., Verhofstadt, L., Roeyers, H., Ponnet, K., & Davis, M. (2007). Measuring empathic tendencies: Reliability and validity of the Dutch version of the Interpersonal Reactivity Index. Psychologica Belgica, 47(4).
Dunn, E. W., Huntsinger, J., Lun, J., & Sinclair, S. (2008). The gift of similarity: How good and bad gifts influence relationships. Social Cognition, 26(4), 469.
Fischer E, Arnold SJ (1990) More than a labor of love: Gender roles and Christmas gift shopping. The Journal of Consumer Research, 17, 333–345.
Gino, F., & Flynn, F. J. (2011). Give them what they want: The benefits of explicitness in gift exchange. Journal of Experimental Social Psychology, 47(5), 915-922.
Goodman, J. K., & Lim, S. (2015). Giving Happiness: Consumers Should Give More Experiences but Choose Material Gifts Instead. Unpublished manuscript. Retrieved from: http://apps.olin.wustl.edu/faculty/goodman/Giving%20Happiness.pdf
Hoekstra, R. A., Vinkhuyzen, A. A., Wheelwright, S., Bartels, M., Boomsma, D. I., Baron-Cohen, S., ... & van der Sluis, S. (2011). The construction and validation of an abridged version of the autism-spectrum quotient (AQ-Short). Journal of Autism and Developmental Disorders, 41(5), 589-596.
Lerouge, D., & Warlop, L. (2006). Why it is so hard to predict our partner's product preferences: The effect of target familiarity on prediction accuracy. Journal of Consumer Research, 33(3), 393-402.
Pollmann, M. M., & Finkenauer, C. (2009). Investigating the role of two types of understanding in relationship well-being: understanding is more important than knowledge. Personality & Social Psychology Bulletin, 35(11), 1512-1527.
Pollmann, M. M., & van Beest, I. (2013). Women are better at selecting gifts than men. PloS one, 8(12), e81643.
Ruth, J. A., Otnes, C. C., & Brunel, F. F. (1999). Gift receipt and the reformulation of interpersonal relationships. Journal of Consumer Research, 25(4), 385-402.
Steffel, M., & Le Boeuf, R. A. (2014). Overindividuation in gift giving: Shopping for multiple recipients leads givers to choose unique but less preferred gifts. Journal of Consumer Research, 40(6), 1167-1180.
Teigen, K. H., Olsen, M. V., & Solås, O. E. (2005). Giver–receiver asymmetries in gift preferences. British Journal of Social Psychology, 44(1), 125-144.
Waldfogel, J. (2002). Gifts, cash, and stigma. Economic Inquiry, 40(3), 415-427.