Wondermiddel vakantie? Over de geheimen van een geslaagde vakantie

Vijftien miljard euro besteden Nederlanders jaarlijks aan vakantie. Maar dan heb je ook wat. Van vakantie word je immers gezond en gelukkig. Maar is dat wel écht zo? Voelen we ons daadwerkelijk beter tijdens vakantie? Zo ja, hoe lang hebben wij er na terugkomst dan nog baat bij? En welke rol spelen vakantieactiviteiten en vakantieervaringen daarbij? Zijn er mogelijkheden om het lekkere vakantiegevoel te versterken en te verlengen? Om een antwoord op deze vragen te krijgen, volgen we Kees en Janneke Dijkstra - gemiddelde Nederlandse vakantiegangers - die zojuist hun vakantie geboekt hebben. 

Afbeelding van Flickr (https://www.flickr.com/photos/26023255@N03/9237464248/in/photolist-dmetaQ-9M2DUT-f5hqhY-dmcCBx-9NED8w-9NBTQp-dme512-dmcPjC-dmejMq-9NEKvf-9NCE48), CC BY 2.0 (https://creativecommons.org/licenses/by/2.0/)Klik hier voor een pdf-versie van dit artikel

Voor de vakantie: Voorpret of voorbereidingsstress?

De caravan staat klaar. Nu kunnen de Dijkstra`s uitkijken naar de ”mooiste periode van het jaar”, denken ze. Maar dat valt tegen. Naarmate de vakantie dichterbij komt, neemt hun werkstress toe en voelen ze zich minder gezond en vitaal. Jannekes welzijn neemt zelfs nog iets meer af dan dat van Kees omdat zij naast werkdruk ook nog thuisdruk moet trotseren: koffers pakken, een oppas voor de hond regelen, hagelslag en pindakaas kopen voor onderweg (Nawijn, de Bloom & Geurts, in press). 

In de laatste dagen voor de vakantie slapen de twee slecht. Kees zijn bloeddruk schiet omhoog (Blasche, Weissensteiner & Marktl, 2012) en Janneke heeft ineens last van misselijkheid, migraine en vermoeidheid - een typisch geval van „vrijetijdsziekte“. Dit syndroom dankt zijn naam aan het moment dat het optreedt: vlak nadat mensen vrij zijn na een stressvolle periode op het werk. Volgens schattingen lijdt zo`n drie procent van de bevolking hier onder. Lichamelijke beweging bouwt stresshormonen af. Sporten na de laatste werkdag kan daarom mogelijk helpen dit syndroom tegen te gaan (Van Heck & Vingerhoets, 2007).
Uiteindelijk stappen de Dijkstra`s in de auto om naar de camping in Zuid-Frankrijk te rijden. Oververmoeid als ze zijn, zijn ze onderweg in goed gezelschap: een studie in wegrestaurants toonde aan dat 88% van de bestuurders met acuut slaapgebrek achter het stuur zat (Philip et al, 1997). Gevaarlijk en bovendien ongezellig, want een vermoeide chauffeur is niet de leukste reisgenoot.

Tijdens de vakantie: Lekker luieren of actief erop uit?

Eenmaal op de camping aangekomen valt de stress gelukkig meteen van de vakantiegangers af. Kees en Janneke voelen zich duidelijk gezonder en gelukkiger dan voor de vakantie. Dat was trouwens ook zo geweest wanneer het stel voor een stedentripje naar Valencia, een weekje skiën in Tirol of een drieweekse strandvakantie had gekozen.
Jeroen Nawijn heeft in 2010 onderzoek gedaan naar de ”vakantiegelukscurve”. Hij heeft ontdekt dat vakantiegangers rondom het midden van de vakantieperiode (20-80%) het gelukkigst zijn. In het begin en het laatste deel van de vakantie is het geluksniveau iets lager. Stellen praten meer met elkaar en beoordelen de kwaliteit van hun gesprekken hoger tijdens de vakantie (De Bloom, Geurts & Kompier, 2012).
Toch barst bij de Dijkstra`s een discussie los. Op vakantie ploft Kees namelijk in de ligstoel neer en wil alleen nog maar luieren. Janneke wil echter actief zijn: fietsen, wandelen en cultuur opsnuiven. Is een van hen beter af wat betreft veranderingen in gezondheid en welbevinden? Nee.
Uit onderzoek blijkt dat het nauwelijks uitmaakt wat mensen tijdens vakantie doen. Het aantal uur dat mensen besteden aan lichamelijke beweging, sociale of passieve activiteiten was niet gerelateerd aan de sterkte of de duur van de vakantieffecten. Zelfs een beetje werken tijdens vakantie kon geen kwaad mits het in omvang beperkt bleef en mensen er zelf voor kozen (De Bloom, 2012). Janneke zal beslist meer moeite hebben met een trillend mobieltje tijdens een romantisch diner dan met een telefoongesprek met de baas op een moment dat haar uitkomt. Dan is het namelijk ook makkelijker om daarna weer mentaal afstand te nemen van het werk, een ander ingrediënt voor een geslaagde vakantie. Daarnaast blijken vooral controle over en plezier aan vakantieactiveiten essentieel te zijn voor een positief vakantiegevoel.

Na de vakantie: Nagenieten of meteen weer in de stress?

Ook aan elke vakantie komt helaas weer een einde. Kees en Janneke moeten weer terug aan het werk. Al binnen de eerste werkweek zullen de positieve effecten van hun vakantie weer verdwenen zijn. Het lijkt misschien wel voor de hand te liggen dat lange vakanties bijzonder sterke en blijvende effecten op de gezondheid hebben, maar diverse studies duiden erop dat vakantieduur nauwelijks van belang is (De Bloom, Kompier, Geurts, De Weerth, Taris & Sonnentag, 2009). Stressniveau en burnout klachten zijn bijvoorbeeld hetzelfde na korte en lange vakanties, zo bleek uit een onderzoek aan de Universiteit van Tel Aviv (Etzion, 2003). Zelfs na een sabbatical van zes maanden voelden werknemers zich meteen na de verlofperiode weer als voorheen (Davidson et al., 2012). 

Moeten we dan maar niet meer op vakantie omdat de effecten van korte duur zijn? Nee, want wie niet regelmatig op vakantie gaat, wordt vaker ziek en loopt zelfs gevaar om vroegtijdig te overlijden, suggereren twee Amerikaanse studies waarin meer dan 12 000 mensen twintig jaar lang om de twee jaar medisch onderzocht werden (Eaker, Pinsky & Catelli, 1992; Gump & Matthews, 2000). Bovendien blijkt dat mensen gelukkiger worden van bijzondere ervaringen dan van materiële aankopen (Van Boven & Gilovich, 2003). Ervaringen verouderen namelijk niet en zijn moeilijker te vergelijken dan dingen.
Er zijn gelukkig ook strategieën die helpen om het vakantiegevoel te verlengen. Een Oostenrijkse studie heeft bijvoorbeeld aangetoond dat mensen die op woensdag weer aan het werk gaan langer profiteren van een vakantieperiode dan mensen die op maandag beginnen (Strauss-Blasche, Muhry, Lehofer, Moser & Marktl, 2004). Duitse onderzoekers hebben bovendien laten zien dat overwerk na een vakantieperiode het wegebben van het vakantieeffect versneld, terwijl ontspanning in de avonduren het effect juist verlengd (Kühnel & Sonnentag, 2011). De piek-einde regel van belangrijke gebeurtenissen suggereert daarnaast dat een geslaagde laatste vakantiedag voor bijzondere mooie, blijvende vakantieherinneringen kan zorgen (Fredrickson, 2000).

Proefkonijnen vieren vakantie

De vakantiebelevenissen van Kees en Janneke zijn grotendeels gebaseerd op een meta-analyse en drie longitudinale veldstudies waarin meer dan 250 werkenden voor, tijdens en na hun vakantie bevraagd werden. Hun gezondheid en welbevinden werden met behulp van digitale vragenlijsten herhaaldelijk in kaart gebracht: twee maal in de weken voor de vakantie en wekelijks van terugkeer tot vier weken na de vakantie. Tijdens de vakantie werden de vakantiegangers minimaal twee keer op een mobiele telefoon gebeld en geïnterviewd over hun vakantieactiviteiten en -ervaringen. De deelnemers van dit onderzoek gingen op een korte vakantie (3-4 dagen), een wintersport vakantie (gemiddeld 8 dagen) of een lange zomervakantie (minimaal 14 dagen, gemiddeld 23 dagen), waren gemiddeld 43 jaar oud en werkten minimaal 24 uur per week (gemiddeld 36 uur).

 Vijf tips voor meer vakantiegevoel

1)      Sport na afloop van je laatste werkdag

2)      Plan meerdere korte vakanties per jaar in plaats van maar één lange

3)      Zorg voor zoveel mogelijk autonomie tijdens vakantie

4)      Besteed bijzondere aandacht aan een perfecte laatste vakantiedag

5)      Begin weer met werken op woensdag in plaats van op maandag

Uit: „De kunst van het vakantievieren".

Literatuurlijst

  • Blasche, G. W., Weissensteiner, K., & Marktl, W. (2012). Travel-Related Change of Residence Leads to a Transitory Stress Reaction in Humans. Journal of Travel Medicine, 19, 243-249.
  • Davidson, O. B., Eden, D., Westman, M., Cohen-Charash, Y., Hammer, L. B., Kluger, A. N., . . . Spector, P. E. (2010). Sabbatical leave: Who gains and how much?  Journal of Applied Psychology, 95, 953-964.
  • De Bloom, J. (2012). De kunst van het vakantievieren. Amsterdam: Boom.
  • De Bloom, J. (2012). How do vacations affect workers’ health and well-being? Vacation (after-) effects and the role of vacation activities and experiences. ‘s Hertogenbosch: BoxPress. 
  • De Bloom, J., Geurts, S. A., & Kompier, M. A. (2012). Effects of Short Vacations, Vacation Activities and Experiences on Employee Health and Well‐Being. Stress & Health, 28, 305-318.
  • De Bloom, J., Kompier, M., Geurts, S., De Weerth, C., Taris, T., & Sonnentag, S. (2009). Do we recover from vacation? Meta-analysis of vacation effects on health and well-being. Journal of Occupational Health, 51, 13-25.
  • Eaker, E.D., Pinsky, J. & Catelli, W.P. (1992). ‘Myocardial infarction and coronary death among women: psychosocial predictors from a 20-year follow-up of women in the Framingham Heart Study’. American Journal of Epidemiology, 135, 854-864.
  • Etzion, D. (2003). ‘Annual vacation: duration of relief from job stressors and burnout’. Anxiety, Stress, and Coping, 16, 213-226.
  • Fredrickson, B.L. (2000). ‘Extracting meaning from past affective experiences: the importance of peaks, ends, and specific emotions’. Cognition and Emotion, 14, 577-606.
  • Gump, B., B. en Matthews, K.A. (2000). Are vacations good for your health? The 9-year mortality experience after the multiple risk factor intervention trial. Psychosomatic Medicine, 62, 608-612.
  • Kühnel, J., & Sonnentag, S. (2011). How long do you benefit from vacation? A closer look at the fade-out of vacation effects. Journal of Organizational Behavior, 32, 125-143.
  • Nawijn, J. (2010). The holiday happiness curve: A preliminary investigation into mood during a holiday abroad. International Journal of Tourism Research, 12, 281-290.
  • Nawijn, J., De Bloom, J., & Geurts, S. (in press). Pre-vacation time: blessing or burden? Leisure Sciences.
  • Philip, P., Ghorayeb, I., Leger, D., Menny, J.C., Bioulac, B., Dabadie, P. & Guilleminault, C. (1997). ‘Objective measurement of sleepiness in summer vacation long-distance drivers’. Electroencephalography and clinical Neurophysiology, 102, 383-389.
  • Strauss-Blasche, G., Muhry, F., Lehofer, M., Moser, M. & Marktl, W. (2004). ‘Time course of well-being after a three-week resort-based respite from occupational and domestic demands: carry-over, contrast and situation effects’. Journal of Leisure Research, 36, 293-309.
  • Van Boven, L. & Gilovich, T. (2003). To do or to have? That is the question. Journal of Personality and Social Psychology, 85, 1193-1202.
  • Van Heck, G. L., & Vingerhoets, A. J. J. M. (2007). Leisure sickness: a biopsychological perspective. Psychological Topics, 2, 187-200.

Auteur(s) van het artikel

begrippenlijst van artikel

Facebook