Zachte zekerheid: Omgaan met onzekerheid via zachte sensaties
Het afgelopen jaar werden mensen overspoeld door krantenkoppen als “Economie krimpt meer dan verwacht”, “Werkloosheid loopt op tot 7,5 procent” en “SNS laatste in reeks reddingsacties Staat”. Dit soort berichten maakt mensen onzeker over hun eigen situatie. Zij vragen zich af of hun geld wel veilig is bij de bank, of ze hun baan zullen behouden en of ze maandelijks genoeg geld zullen overhouden om de rekeningen te kunnen betalen. Hoe gaan mensen eigenlijk om met deze onzekerheid?
Klik hier voor een pdf-versie van dit artikel
Onzekerheid is een fundamenteel onderdeel van ons leven. Of er nu sprake is van een financiële crisis of politieke omwentelingen, van een nieuwe relatie of een aanstaande ontslagronde, veel gebeurtenissen gaan gepaard met een zekere mate van onzekerheid. Ondanks het feit dat dit soort onzekerheden aan de orde van de dag zijn, weten we niet zo goed hoe mensen hiermee omgaan.
Er zijn veel verschillende soorten onzekerheid, waaronder informatieve onzekerheid (men heeft minder informatie dan gewenst om tot een goede beslissing te komen (Kahneman, Slovic, & Tversky, 1982)) en persoonlijke onzekerheid (men twijfelt over eigen gevoelens, attitudes en gedragingen (Van den Bos, 2001; De Cremer & Sedikides, 2005)). Onzekerheid kan ook veroorzaakt worden door gebeurtenissen van buitenaf. Dit type onzekerheid (zogenaamde externe onzekerheid) wordt gekenmerkt, in tegenstelling tot de eerste twee types onzekerheid, door een hoge mate van oncontroleerbaarheid en onvoorspelbaarheid (Kahneman & Tversky, 1982). Mensen weten immers niet wat voor effect deze gebeurtenissen op hun toekomst heeft. Dit is het type onzekerheid waar het hier om draait.
Omgaan met onzekerheid
Het overgrote deel van de bestaande psychologische literatuur over onzekerheid stelt dat mensen omgaan met onzekerheid door aanvullende informatie in te winnen (Mussweiler & Posten, 2012; Urbany, Dickson, & Wilkie, 1989; Van Horen & Pieters, 2013). Maar het inwinnen van informatie is niet altijd een succesvolle strategie wanneer we geen controle hebben over de gebeurtenis. Recent onderzoek heeft aangetoond dat mensen dit type externe onzekerheid proberen te bestrijden door orde en structuur aan te brengen, om zo weer grip te krijgen op hun leven (Kay, Gaucher, Napier, Callan, & Laurin, 2008; Rutjens, Van Harreveld, Van der Pligt, Kreemers, & Noordewier, 2013; Whitson & Galinsky, 2008). Zo bleek uit het onderzoek van Whitson en Galinsky dat mensen, nadat ze zich ingeleefd hadden in een situatie waarover ze geen controle hadden betekenisvolle relaties gingen zien in willekeurige stimuli. Zo zagen ze bijvoorbeeld voorwerpen in plaatjes die daadwerkelijk alleen uit ruis bestonden en geloofden ze in sterkere mate in complottheorieën.
Maar zou men, in plaats van op een cognitieve wijze (door in gedachte orde en structuur aan te brengen) ook op fysieke wijze, door middel van aanraking, onzekerheid kunnen bestrijden? In ons onderzoek voorspellen we dat mensen gevoelens van onzekerheid verminderen door op zoek te gaan naar dingen die zacht, in tegenstelling tot hard, zijn. We verwachten dit omdat onzekere, onvoorspelbare gebeurtenissen de behoefte oproepen naar veiligheid, comfort en geruststelling en dat juist objecten met zachte eigenschappen daaraan doen herinneren.
Mensen en dieren leren al op heel vroege leeftijd de zachte aanraking van hun verzorgers met veiligheid, comfort en zekerheid te associëren (Bowlby, 1951; Harlow, 1958). Onderzoek heeft aangetoond dat abstracte concepten (zoals veiligheid en comfort) automatisch geactiveerd kunnen worden door fysieke ervaringen en dat de activatie van deze concepten op zijn beurt weer gedrag kan beïnvloeden (Mandler, 1992; Schubert, 2005). Het vasthouden van een zwaar (in vergelijking met licht) clipboard activeerde bijvoorbeeld concepten als belang en ernst, wat er vervolgens toe leidde dat een sollicitant als serieuzer werd beoordeeld of een argument als belangrijker werd gezien (Ackerman, Nocera, & Bargh, 2010; Jostman, Lakens, Schubert, 2009).
Ook blijkt dat de sterke, automatische link tussen zachtheid en zekerheid het gedrag van mensen op latere leeftijd kan beïnvloeden (Levav & Argo, 2010: Tai, Zheng, & Narayanan, 2011). Zo lieten Levav en Argo zien dat wanneer een vrouwelijke proefleider een hand op de rug van de proefpersoon legde, de proefpersonen in een daarop volgende taak veel meer financiële risico’s nam. Dit werd verklaard doordat de proefpersoon zich na de aanraking zekerder voelde. Hierop voortbouwend, laten we in het huidige onderzoek zien dat het eenvoudigweg aanraken, vasthouden of voelen van iets zachts (bijvoorbeeld een zachte pen, een zacht snoepje, of zachte stof) een effectieve manier is om onzekerheid te verminderen.
Op zoek naar zachtheid
Willen mensen die zich onzeker voelen liever iets zachts dan iets hards? Om proefpersonen onzeker of zeker te laten voelen, vroegen we ze om een paragraaf te lezen en een gebeurtenis uit hun leven te beschrijven die gekenmerkt werd door onzekerheid (financiële crisis, politieke omwentelingen, nieuwe liefde) of door zekerheid (financiële stabiliteit, betrouwbare verzekeringen, oud worden). Daarna kregen ze als dank voor hun deelname een cadeautje en mochten ze een pen met een harde of een zachte grip uitkiezen (beide pennen waren even aantrekkelijk, maar verschilden in de mate van zachtheid, zie Figuur 1). Uit de resultaten bleek dat onzekere proefpersonen de pen met de zachte grip vaker kozen dan de pen met de harde grip, terwijl de proefpersonen die zich zeker voelden, beide pennen even graag wilden hebben. We repliceerden dit resultaat in een tweede onderzoek waarin we proefpersonen vroegen om een hard (zoet zuurtje) of een zacht snoepje (spekje, zie Figuur 1) uit te kiezen. Uit een voortest bleek dat het harde snoepje als aantrekkelijker werd beschouwd. Overeenkomstig met de voortest, bleek dat zekere proefpersonen het harde snoepje veel liever wilden dan het zachte snoepje. De voorkeur van de onzekere proefpersonen verschoof echter naar het (onaantrekkelijkere) zachte snoepje: zij kozen dit snoepje even vaak als het hard snoepje.
Vermindert zachtheid onzekerheid?
Uit bovenstaande bevindingen blijkt dat mensen inderdaad liever iets zachts hebben wanneer ze zich onzeker voelen. Maar is het verkiezen van iets zachts ook functioneel? Worden gevoelens van onzekerheid verminderd door het vasthouden van iets zachts? Om dit te onderzoeken vroegen we in het derde experiment wederom aan proefpersonen om te lezen en te schrijven over onzekere dan wel zekere gebeurtenissen uit hun leven. Daarna vroegen we ze, terwijl ze ofwel een pen met een zachte ofwel met een harde grip vasthielden, zeven plaatjes te bekijken waarin objecten (zoals een boot, een stoel, of een boerderij) verscholen lagen achter visuele ruis (zie Figuur 2). Aan de proefpersonen werd gevraagd voor elk plaatje op te schrijven (met ofwel de harde ofwel de zachte pen) welk object ze dachten te zien en hoe (on)zeker ze waren over hun antwoorden. Om de mate van onzekerheid over tijd te meten, vroegen we de proefpersonen hoe (on)zeker ze zich voelden direct nadat ze nagedacht hadden over (on)zekere gebeurtenissen (tijdstip 1) en nogmaals nadat ze de plaatjestaak gemaakt hadden (tijdstip 2).
Uit de resultaten kwam naar voren dat proefpersonen die over onzekere gebeurtenissen gelezen en geschreven hadden en met een zachte pen hadden geschreven, zekerder waren over hun antwoorden op de plaatsjestaak, dan wanneer ze met een harde pen hadden geschreven. Voor zekere proefpersonen maakte het niet uit of ze met een zachte of harde pen schreven; ze waren in beide gevallen even zeker over hun antwoorden op de taak. Bovendien bleek dat onzekere proefpersonen na het gebruik van een zachte pen zich zekerder voelden op tijdstip 2 dan op tijdstip 1. Wanneer onzekere proefpersonen met een harde pen hadden geschreven, dan bleef hun gevoel van onzekerheid echter hetzelfde over tijd. Hieruit blijkt dus dat het vasthouden van een zachte pen onzekerheid vermindert, zowel op de ambigue plaatjestaak, als over tijd.
In het laatste onderzoek wilden we, om nogmaals de functionaliteit van zachtheid te bewijzen, laten zien dat het vasthouden van iets zachts er toe leidt dat mensen beter om kunnen gaan met onzekerheden in hun leven. We vroegen proefpersonen om deel te nemen aan een stoftest, waarbij ze voor 1 minuut ofwel een zacht stukje stof, ofwel een hard (ruw) stukje stof vast moesten houden. Vervolgens werd hen gevraagd een vragenlijst in te vullen met vragen als: “Ik wil altijd weten wat ik van de toekomst kan verwachten” en “Onzekerheid maakt dat ik me gespannen en gestresst voel”. Uit de resultaten bleek dat proefpersonen lager scoorden op dit soort vragen als ze net een zacht stukje stof hadden vastgehouden, dan wanneer ze een hard stukje stof hadden vastgehouden. Deze resultaten geven aan dat wanneer mensen iets zachts hebben gevoeld (een zacht stukje stof) zij wellicht beter om kunnen gaan met dagelijkse onzekerheden.
Conclusie
Dit onderzoek laat niet alleen zien dat mensen zachtheid verkiezen wanneer ze zich onzeker voelen, maar ook dat onzekerheid gereduceerd wordt door zachtheid. Dit is een indrukwekkend resultaat, aangezien het betekent dat onzekerheid op een zeer efficiënte en eenvoudige manier verminderd kan worden, simpelweg door het vasthouden van iets zachts. Heraclitus (540-480 BC) werd beroemd met zijn uitspraak “niets is blijvend behalve verandering”. In die geest bevelen we aan dat wanneer u zich onzeker voelt over het effect van de economische crisis op uw persoonlijke leven, u het beste uw knuffelbeer van vroeger maar weer eens van zolder kunt halen.
Figuur 1. Keuze in onderzoek 1: Pen met zachte (links) en harde grip (rechts). Keuze in onderzoek 2: hard (links) en zacht snoepje (rechts)
Figuur 2. Eén van de zeven plaatjes uit de plaatsjestaak (onderzoek 3) waarin een boot verscholen ligt achter visuele ruis
Referenties
- Ackerman, J. M., Nocera, C. C., & Bargh, J. A. (2010). Incidental haptic sensations influence social judgments and decision. Science, 328, 1712-1715. doi:10.1126/science.1189993
- Bowlby, J. (1951). Maternal care and mental health. New York: Schocken.
- De Cremer, D., & Sedikides, C. (2005). Self-uncertainty and responsiveness to procedural justice. Journal of Experimental Social Psychology, 41, 157-173.
- Harlow, H. F. (1958). The nature of love. American Psychologist, 13, 673-685. doi:10.1037/h0047884
- Jostmann, N.B., Lakens, D., & Schubert, T.W. (2009). Weight as an embodiment of importance. Psychological Science, 20, 1169–1174. doi: 10.1111/j.1467-9280.2009.02426.x
- Kahneman, D., Slovic, P., & Tversky, A. (Eds.). (1982). Judgment under uncertainty: Heuristics and biases. New York: Cambridge University Press.
- Kahneman, D., & Tversky, A. (1982). Variants of uncertainty. Cognition, 11, 143-57. doi:10.1016/0010-0277(82)90023-3
- Kay, A. C., Gaucher, D., Napier, J. L., Callan, M. J., & Laurin, K. (2008). God and the government: Testing a compensatory control mechanism for the support of external systems. Journal of Personality and Social Psychology, 95, 18–35. doi:10.1037/0022-3514.95.1.18
- Levav, J., & Argo, J. J. (2010). Physical contact and financial risk-taking. Psychological Science, 21, 804-810. doi: 10.1177/0956797610369493
- Mandler, J. M. (1992). How to build a baby: II. Conceptual primitives. Psychological Review, 99(4), 587-604.
- Mussweiler, T., & Posten, A.-C. (2012) Relatively certain! Comparative thinking reduces uncertainty. Cognition, 122(2), 236-240. doi: 10.1016/j.cognition.2011.10.005
- Rutjens, B. T., van Harreveld, F., van der Pligt, J., Kreemers, L. M., & Noordewier, M. K. (2013). Steps, stages, and structure: Finding compensatory order in scientific theories. Journal of Experimental Psychology: General, 142, 313-318.
- Schubert, T. (2005). Your Highness: Vertical positions as perceptual symbols of power. Journal of Personality and Social Psychology, 89, 1-21. doi: 10.1037/0022-3514.89.1.1
- Tai, K., Zheng, X., & Narayanan, J. (2011). Touching a teddy bear mitigates negative effects of social exclusion to increase prosocial behavior. Social Psychological and Personality Science, 2, 618-626. doi: 10.1177/1948550611404707
- Urbany, J.E., Dickson, P.R., & Wilkie, W. L. (1989). Buyer uncertainty and information search. Journal of Consumer Research, 16, 208-215. doi:10.1086/209209
- Van den Bos, K. (2001). Uncertainty management: The influence of uncertainty salience on reactions to perceived procedural fairness. Journal of Personality and Social Psychology, 80, 931-941. doi: 10.1037/0022-3514.80.6.931
- Van Horen, F., & Pieters, R. (2013). Preference reversal for copycat brands: Uncertainty makes imitation feel good. Journal of Economic Psychology, 37, 54-64. doi: 10.1016/j.joep.2013.05.003
- Whitson, J.A., & Galinsky, A.D. (2008). Lacking control increases illusory pattern perception. Science, 322, 115–117.doi: 10.1126/science.1159845