Leeftijdsadequaat Functioneren: De Sleutel tot Herstel van Jongeren in de Geestelijke Gezondheidszorg

Psychologische problemen onder jongeren nemen toe, en de impact ervan gaat verder dan alleen de aanwezigheid van symptomen. In de kinder- en jeugd geestelijke gezondheidszorg groeit het besef dat herstel niet alleen draait om klachtvermindering, maar ook om de (positieve) ontwikkeling van jongeren in de specifieke levensfase waarin zij zich bevinden. Wat is de rol van leeftijdsadequaat functioneren in hun welzijn? En hoe kan een ontwikkelingsgerichte aanpak helpen om jongeren veerkrachtiger te maken?

Afbeelding: https://www.pexels.com/

Adaptief psychologisch functioneren tijdens je jeugd kan een springplank zijn voor een betekenisvolle en gezonde toekomst. Maar psychologisch gezond zijn is niet vanzelfsprekend. Wereldwijd heeft ongeveer 1 op de 7 jongeren en jongvolwassenen een psychische aandoening (World Health Organisation, 2024). Uit recent onderzoek weten we bovendien dat onder Nederlandse jongeren er een toename is van veelvoorkomende psychische aandoeningen (Ten Have, Tuithof, van Dorsselaer, Schouten, Luik, & de Graaf, 2023). Er zijn ook aanwijzingen dat ernstige psychische aandoeningen steeds vaker voorkomen, bijvoorbeeld zichtbaar in de toename in suïcidaal gedrag onder jongeren. Allerlei maatschappelijke factoren spelen daarbij een rol, waaronder het gebruik van sociale media en onzekerheid over het bestaan (Curran & Hill, 2019). Jongeren stellen hogere eisen aan zichzelf (Arslan, Distelbrink, & Yassine, 2024) en aan anderen en er lijkt minder ruimte voor mentale kwetsbaarheid.

Parallel aan de stijging in psychische aandoeningen is ook de geestelijke gezondheidszorg (ggz) veranderd. Binnen de ggz is men anders naar psychische aandoeningen gaan kijken en behandelingen zijn niet meer enkel op het verminderen van symptomen gericht. Daar waar vroeger de nadruk vooral lag op het verminderen van symptomen, is er tegenwoordig meer oog voor een breder perspectief op mentale gezondheid en herstel van psychische aandoeningen (van Os, Guloksuz, Vijn, Hafkenscheid, & Delespaul, 2019). Het gaat daarbij niet alleen om klinisch herstel (dus herstel van de aandoening zelf), maar ook persoonlijk herstel en sociaal-maatschappelijk herstel. Bij uitstek binnen de kinder- en jeugd-ggz is het belangrijk om verder te kijken dan alleen psychische symptomen. Specifiek kan het helpen stigma en de mogelijke gevolgen daarvan te reduceren. Bovendien is het belangrijk is om naar de persoon achter de symptomen te kijken en rekening te houden met de context waarin de symptomen zich manifesten omdat dezelfde symptomen geheel andere achterliggende oorzaken kunnen hebben. Een depressie bij een kind met een chronische zieke in een warm gezin is iets anders dan een depressie bij een gezond kind waarvan de ouders in een vechtscheiding zitten en waarvoor geen aandacht is.

Meer algemeen is het ook belangrijk om in de kinder- en jeugd-ggz verder te kijken dan alleen psychische symptomen omdat het aansluit bij het denken over mentale gezondheid in termen van individuele ontwikkelingstrajecten, waarbij de grens tussen mentaal gezond en ongezond vaak meer geleidelijk is, en op een later moment weer anders kan liggen. Leeftijdsadequaat functioneren, het vermogen van jongeren om op een bij de leeftijd-passende manier te handelen, te denken en te voelen, is dan ook een kernconcept in dit bredere perspectief. Het verloop van de psychologische ontwikkeling van kwetsbare jongeren - en het leeftijdsadequaat functioneren in het bijzonder - speelt een centrale rol in hun herstel en toekomstig welzijn. Dat vereist ook de ontwikkeling van jongeren die zijn aangemeld en/of worden behandeld in de ggz zorgvuldig wordt gemonitord.

De ontwikkeling van jongeren: Mijlpalen en competenties

Elke levensfase wordt gekenmerkt door zijn eigen biologische, psychologische en sociale ontwikkeling. Elke levensfase brengt specifieke uitdagingen en mijlpalen met zich mee. Voor een kind van vijf is dat bijvoorbeeld leren samenwerken en delen, terwijl een jongvolwassene van twintig bezig is met het vormen van een eigen identiteit en kiezen van een richting in het leven. Deze ontwikkelingsmijlpalen, ook wel ontwikkelingstaken genoemd, zijn een belangrijk onderdeel van hoe iemand zich aanpast en functioneert binnen de maatschappij.

Het idee van ontwikkelingsmijlpalen is een belangrijk begrip in de ontwikkelingspsychologie. Zo introduceerde de psycholoog Erik Erikson (1963) het idee dat elke levensfase gekenmerkt wordt door een uitdaging die overwonnen moet worden om verdere groei mogelijk te maken. Deze uitdagingen, zoals het ontwikkelen van vertrouwen in de omgeving als baby, of het loskomen van ouders als adolescent helpen ons om stap voor stap vaardigheden op te bouwen die we de rest van ons leven nodig hebben (Spanjaard & Slot, 2015). Het doorlopen van deze mijlpalen is heel belangrijk voor een gezonde ontwikkeling. Als jongeren hierin vastlopen kan hun verdere ontwikkeling stagneren. Dit kan leiden tot problemen op langere termijn, zoals moeilijkheden in relaties, of in het vinden of behouden van werk.

De relatie tussen ontwikkeling en herstel van psychische aandoeningen

In de kinder- en jeugd-ggz wordt al langer erkend dat mentale gezondheid meer is dan alleen de aan- of afwezigheid van psychologische aandoeningen. Jongeren die te maken krijgen met psychische aandoeningen, zoals angststoornissen, een depressie of persoonlijkheidsstoornis, hebben vaak ook moeite om aan ontwikkelingsmijlpalen te doorlopen (e.g., persoonlijke mijlpalen bijvoorbeeld op het gebied van autonomie maar bijvoorbeeld ook in het schools functioneren). Dit kan leiden tot een vicieuze cirkel: door hun psychische klachten blijven ze achter in hun ontwikkeling, en dit achterblijven kan vervolgens weer hun klachten verergeren. Het concept van leeftijdsadequaat functioneren biedt een manier om hier meer inzicht in te krijgen en daardoor deze vicieuze cirkel te doorbreken. Door te kijken naar hoe goed jongeren hun leeftijdsgerelateerde taken volbrengen, kunnen behandelaren in de ggz (en natuurlijk ook anderen professionals die werken met jongeren) gerichter werken aan het herstel van de jongere in de context van welzijn en kwaliteit van leven bijvoorbeeld, in plaats van zich alleen te richten op het verminderen van symptomen. Dit betekent dat hulpverleners niet alleen moeten vragen: "Hoe gaat het met je angst of depressie?", maar ook: "Hoe gaat het op school? Hoe gaan je vriendschappen? Kun je zelfstandig beslissingen nemen?"

Voor de geestelijke gezondheidszorg aan jongeren is het cruciaal om rekening te houden met hun ontwikkelingsfase. Jongeren die vastlopen in hun ontwikkeling hebben baat bij een behandeling die niet alleen gericht is op het verminderen van hun klachten, maar juist ook op het stimuleren van hun ontwikkeling en functioneren. Bovendien kunnen op deze manier behandelingen beter worden afgestemd op de individuele behoeften van jongeren. Sommige jongeren hebben bijvoorbeeld meer ondersteuning nodig in het ontwikkelen van sociale vaardigheden, terwijl anderen juist hulp nodig hebben bij het vinden van een richting voor hun toekomst of het loskomen van hun ouders. Dit sluit aan bij de bredere trend om zorg te bieden die rekening houdt met de ontwikkeling en levensfase van elke jongere (Friesen, 2007; Rayner, Thielking, & Lough, 2018). En daaraan gerelateerd: een ontwikkelingsgericht perspectief biedt ook meer mogelijkheden voor het betrekken van de jongere bij de besluitvorming in de behandeling. Jongeren kunnen bijvoorbeeld zelf aangeven op welke gebieden ze vooruitgang willen boeken en waar hun prioriteiten liggen. Dit helpt hulpverleners om samen met de jongere te beslissen welke doelen belangrijk zijn en hoe de behandeling daarop kan worden afgestemd. En wie daarbij nog meer nodig zijn: wat heb ik nodig van mijn ouders of verzorgers, wat hebben ouders nodig om de ontwikkeling van hun kind te stimuleren en hoe kunnen leraren bijdragen?

Neurodiversiteit en mentale gezondheid

Naast de bredere kijk op mentale gezondheid en herstel, is er in de afgelopen jaren ook meer aandacht gekomen voor neurodiversiteit. Dit perspectief benadrukt dat kenmerken zoals ADHD en autisme geen stoornissen zijn in de traditionele zin, maar variaties in hoe mensen denken en functioneren. Hoewel deze ontwikkeling niet de kern vormt van deze bijdrage, sluit het wel aan bij de bredere beweging om mentale gezondheid niet enkel te definiëren als de afwezigheid van symptomen, maar te kijken naar hoe jongeren zich ontwikkelen binnen hun eigen unieke mogelijkheden en uitdagingen. Een ontwikkelingsgericht perspectief kan helpen om de ondersteuning van jongeren beter af te stemmen op hun individuele behoeften, rekening houdend met zowel kwetsbaarheden als sterke kanten. Daarmee draagt het bij aan een inclusievere benadering van mentale gezondheid, waarin zowel herstel als diversiteit in functioneren wordt erkend en gewaardeerd.

Het meten van leeftijdsadequaat functioneren

De focus op leeftijdsadequaat functioneren sluit aan bij een bredere beweging in de ggz – en de mentale gezondheidszorg in bredere zin, waarin herstel steeds meer centraal komt te staan. In de ggz voor volwassenen zijn al diverse instrumenten gebruikt om herstel te meten op meerdere levensdomeinen, zoals werk, relaties en gezondheid (Huber, Knottnerus, Green et al., 2011). Deze brede visie op herstel sluit naadloos aan bij de behoeften van jongeren. Echter, een daadwerkelijk ontwikkelingsgericht perspectief vereist zorgvuldige monitoring. Daarvoor is het belangrijk dat een instrument aspecten van functioneren in kaart brengt die een afspiegeling zijn van de mate waarin het jongeren lukt ontwikkelingsmijlpalen te behalen. De Ontwikkelingsmijlpalenlijst (OML; beschikbaar op aanvraag) - een recent ontwikkelde vragenlijst van 21-items gericht op het in kaart brengen van leeftijdsadequaat persoonlijk, sociaal and schools/professioneel functioneren - biedt een dergelijk ontwikkelingsgerichte methode. Een recente studie in een groep jongeren tussen de 12 en 24 jaar die te maken hadden met verschillende psychische klachten (bijv. angstklachten, stemmingsklachten of persoonlijkheidsklachten) liet zien dat de Ontwikkelingsmijlpalenlijst een duidelijk beeld geeft van het algemene functioneren van de jongere en dat de scores goed overeenkomen met hoeveel psychische klachten zij ervaren (Iannatone, Schuiringa, Aleva et al., 2024). Jongeren die beter functioneren op de OML, rapporteren namelijk vaak minder psychische klachten. Door te kijken naar hoe goed jongeren hun ontwikkelingstaken volbrengen, kunnen hulpverleners niet alleen zicht krijgen op hun huidige functioneren, maar ook voorspellen hoe goed ze in staat zullen zijn om met toekomstige uitdagingen (in de breedste zin van het woord) om te gaan.

De introductie van een ontwikkelingsgericht perspectief in de psychologische hulpverlening, inclusief handvaten om deze goed in kaart te brengen, kan leiden tot meer op maat gemaakte behandelingen en ondersteuning, die rekening houden met de specifieke ontwikkelingsfase en behoeften van elke jongere, als ook de evaluatie van deze behandeling. Dit helpt niet alleen de jongere zelf, maar biedt ook belangrijke voordelen voor de maatschappij als geheel. Jongeren die goed functioneren en veerkracht ontwikkelen, hebben een grotere kans om hun weg te vinden in deze complexe samenleving en daarin hun unieke bijdrage te leveren. Door in de toekomst verder te bouwen op deze ideeën kan de ggz jongeren beter ondersteunen bij hun herstel en hen helpen hun volledige potentieel te bereiken, wat uiteindelijk leidt tot een gezondere en veerkrachtigere samenleving.

Conclusie

Leeftijdsadequaat functioneren is een belangrijk concept in het begrijpen en bevorderen van mentale gezondheid van jongeren. Het biedt een ontwikkelingsgericht perspectief dat verder kijkt dan alleen het verminderen van symptomen en zich richt op hoe jongeren groeien en zich ontwikkelen in hun specifieke levensfase. Door ontwikkelingsmijlpalen goed in kaart te brengen en jongeren te ondersteunen bij het behalen ervan, vergroten we hun kans op een prettige en zinvolle toekomst. Dit biedt niet alleen voordelen voor henzelf, maar ook voor de maatschappij als geheel. Het integreren van een ontwikkelingsgericht perspectief in de ggz en andere contexten waar jongeren psychologische hulp krijgen, is dan ook een belangrijke stap naar een meer effectieve, mensgerichte en toekomstgerichte zorg voor jongeren.

 

Referenties

World Health Organisation (2024). Mental Health of Adolescence. Gedownload op 23 oktober, 2024.

Ten Have, M., Tuithof, M., van Dorsselaer, S., Schouten, F., Luik, A. I., & de Graaf, R. (2023). Prevalence and trends of common mental disorders from 2007‐2009 to 2019‐2022: results from the Netherlands Mental Health Survey and Incidence Studies (NEMESIS), including comparison of prevalence rates before vs. during the COVID‐19 pandemic. World Psychiatry, 22(2), 275-285.

Curran, T., Hill, A.P. (2019). Perfectionism is increasing over time: A meta-analysis of birth cohort differences from 1989 to 2016. Psychological Bulletin, 145(4), 410-429.

Arslan, I., Distelbrink, M., Yassine, D. (2024). Mentale gezondheid van jongeren en studenten in Nederland. Een overzicht van trends en verklarende factoren. Utrecht: Verweij-Jonker Instituut.

Os van, J., Guloksuz, S., Vijn, T.W., Hafkenscheid, A., Delespaul, P. (2019). The evidence-based group- level symptom-reduction model as the organizing principle for mental health Care: time for change? World Psychiatry, 18, 88–96.

Erikson, E.H. (1963). Childhood and society (2nd Ed.). New York: Norton.

Spanjaard, H.J.M., Slot, N.W. (2015). Tijden veranderen, ontwikkelingstaken ook: Een ‘update’ van het competentiemodel. Kind en Adolescent Praktijk, 3. 14-21.

Friesen, B.J. (2007). Recovery and resilience in children's mental health: views from the field. Psychiatric Rehabilitation Journal, 31(1), 38-48.

Rayner, S., Thielking, M., Lough, R.. (2018). A new paradigm of youth recovery: Implications for youth mental health service provision. Australian Journal of Psychology, 70, 330-340.

Huber, M., Knottnerus, J. A., Green, L., Van Der Horst, H., Jadad, A. R., Kromhout, D., ... & Smid, H. (2011). How should we define health?. The BMJ 2011; 343

Iannattone, S., Schuiringa, H. D., Aleva, A., Koster, N., van Aken, M. A., Hessels, C. J., ... & Laceulle, O. M. (2024). Unravelling the Longitudinal Relations Between Developmental Milestones, General Psychopathology, and Personality Functioning in a Youth Clinical Sample. Journal of Youth and Adolescence, 1-16.

Auteur(s) van het artikel

Facebook