De mens achter het monster
Stel je eens voor dat je op een koele na-zomeravond gezellig met vrienden naar het terras gaat. Voordat je een drankje gaat drinken, besluit je wat geld te pinnen. Precies op het moment dat je het geld uit de automaat wilt halen, word je achter op je hoofd geslagen. Je valt op de grond, de persoon neemt je geld mee en verdwijnt. Wie was dit monster? Werd je gevolgd? Was het gepland? Zal het je nogmaals overkomen?
Afbeelding van Oleksandr P. via Pexels.
Dit zijn allemaal realistische vragen die slachtoffers van een delict kunnen hebben. Wanneer iemand slachtoffer wordt van een misdaad kan dit grote impact hebben: gevoelens van angst, woede, en hulpeloosheid zijn veelvoorkomend onder slachtoffers (Nascimento et al., 2023). Ook vragen veel slachtoffers zich af of ze het delict hadden kunnen voorkomen of over zichzelf hebben afgeroepen. Vele van deze vragen kan alleen de persoon achter het delict beantwoorden: de dader.
Wanneer een dader wordt opgepakt en terecht wordt gesteld, is het slachtoffer vaak niet of nauwelijks betrokken bij dit proces. De staat, vertegenwoordigd door een rechter of officier, besluit welke straf passend is om recht te doen. Een slachtoffer kan gebruik maken van het spreekrecht, maar hier wordt niet door een dader op gereageerd. Oftewel, als slachtoffer blijf je met je vragen zitten.
Tegenwoordig wordt er in Nederland steeds vaker het herstelrecht toegepast. In tegenstelling tot het strafrecht, ligt de focus in herstelrecht niet op straffen, maar op herstellen. Herstelrecht heeft als doel de schade veroorzaakt door het delict te herstellen (Zehr, 2015). Denk aan materiële schade, emotionele schade, maar ook schade aan relaties tussen slachtoffer en dader. Dit wordt primair gedaan door een vrijwillig dialoog tussen de betrokken partijen van een delict. Een voorbeeld hiervan is mediation in strafzaken (Hansen & Umbreit, 2018). In mediation hebben partijen, in het bijzijn van een onafhankelijke mediator, een gesprek met elkaar. Slachtoffers kunnen vragen stellen, hun gevoel uiten en uitleggen wat de daadwerkelijke impact is geweest van het delict. De dader kan vragen beantwoorden, actief verantwoordelijkheid nemen voor het gedrag en excuses aanbieden. Samen proberen slachtoffer en dader tot een overeenstemming te komen, hoe de dader de geleden schade kan herstellen. Met andere worden, mediation is een manier voor slachtoffers om antwoord te krijgen op hun vragen. De uitkomst van mediation wordt vervolgens terug gecommuniceerd naar de rechter en/of officier en meegenomen in de strafbepaling.
Nu hoor ik je denken: maar dat is een makkelijke manier om onder een straf uit te komen. Dan wil ik je vragen om terug te denken aan een moment dat jij je schuldig voelde, iemand excuses moest aanbieden en die persoon in de ogen moest aankijken. Dit is verre van makkelijk. Onderzoek laat ook zien dat het voor daders juist niet de easy way out is. Het blijkt zelfs dat wanneer daders een gesprek hebben met hun slachtoffer ze zich meer bewust worden van hun moreel falen, zich meer verantwoordelijk voelen voor de schade, meer empathie hebben voor het slachtoffer, zich schuldiger voelen en meer schamen (Jonas-van Dijk et al., 2022). Ten slotte blijkt dat daders die deel hebben genomen aan mediation een lagere kans hebben op recidive, dan daders die hier niet aan deelnamen. Belangrijk hierbij is op te merken dat het nog niet duidelijk is in hoeverre het hier gaat om een oorzakelijk verband. Wel is bekend dat een deel van het effect op recidive wordt verklaard door het mediationproces (Jonas-van Dijk et al., 2020). Oftewel, mediation kan ook bijdragen aan een veiligere samenleving.
Een van de mogelijke verklaringen voor deze lagere recidivekans is dat er binnen het herstelrecht minder sprake is van stigmatiseren. Daders hebben binnen het strafrecht vaker het gevoel dat ze het label ‘crimineel’ opgeplakt krijgen. Volgens de labeling theorie (Bernburg, 2019) zou iemand kunnen gaan acteren naar dit label, wat betekent dat het de recidivekans zou kunnen verhogen. Daarentegen hebben daders in een mediationproces meer het gevoel een tweede kans te krijgen. Dit door de onafhankelijke mediator die hen niet beoordeeld, maar ook hebben daders het gevoel dat het slachtoffer positiever naar hen gaat kijken (Choi, 2008).
Herstelrecht en mediation draait uiteraard niet alleen om de dader. Ook voor het slachtoffer kan mediation gunstige uitkomsten hebben. Zo kan het contact helpen bij het verwerken van het delict. Slachtoffers laten een daling zien in hun gevoelens van angst, woede en stress (Nascimento et al., 2023). Daarnaast geven slachtoffers aan dat ze een ander beeld hebben gekregen van de dader door het gesprek. Slachtoffers hebben soms het beeld van een dader als een soort monster of gevaarlijk persoon. Maar door mediation kunnen ze inzien dat de dader geen monster is, maar een mens die een grote fout begaan heeft (Bolívar, 2013). Uiteraard is het van belang dat er een goede voorbereiding is van partijen door getrainde mediators, om ervoor te zorgen dat slachtoffers niet nog meer schade leiden door het mediationproces.
Al met al kan het herstelrecht een positieve impact hebben op zowel het slachtoffer als de dader. Echter is het voor veel mensen nog een onbekende praktijk en wordt het nog maar in weinig zaken toegepast. Ik hoop dat jij nooit in een dergelijke situatie terecht komt waarin je slachtoffer wordt van een delict. Maar mocht dit gebeuren en je zit met vragen die alleen beantwoord kunnen worden door de dader, dan is er een mogelijkheid om deze beantwoord te krijgen. Zowel binnen als buiten het strafrecht.
Referenties
Bernburg, J. G. (2019). Labeling theory. In Handbook on crime and deviance (pp. 179–196). Springer.
Bolívar, D. (2013). For whom is restorative justice? A mixed-method study on victims and (non-) participation. Restorative Justice, 1(2), 190–214. https://doi.org/10.5235/20504721.1.2.190
Choi, J. J. (2008). Opening the" black Box": A Naturalistic Case Study of Restorative Justice. University of Kansas.
Hansen, T., & Umbreit, M. (2018). State of knowledge: Four decades of victim-offender mediation research and practice: the evidence. Conflict Resolution Quarterly, 36(2), 99–113. https://doi.org/10.1002/crq.21234
Jonas-van Dijk, J., Zebel, S., Claessen, J., & Nelen, H. (2020). Victim–Offender Mediation and Reduced Reoffending: Gauging the Self-Selection Bias. Crime and Delinquency, 66(6–7), 949–972. https://doi.org/10.1177/0011128719854348
Jonas-van Dijk, J., Zebel, S., Claessen, J., & Nelen, H. (2022). The psychological impact of participation in victim-offender mediation on offenders: Evidence for increased compunction and victim empathy. Frontiers in Psychology. https://doi.org/https://doi.org/10.3389/fpsyg.2021.812629
Nascimento, A. M., Andrade, J., & de Castro Rodrigues, A. (2023). The psychological impact of restorative justice practices on victims of crimes—a systematic review. Trauma, Violence, & Abuse, 24(3), 1929–1947. https://doi.org/10.1177/15248380221082085
Zehr, H. (2015). The little book of restorative justice: revised and updated. Good Books.