De Gevaren van Intuïtief Complimenteren

We geven kinderen vaak complimenten omdat we denken dat dit ze motiveert en ze plezier laat hebben in wat ze doen. Maar is dit wel zo?  Niet altijd, want juist de complimenten die we intuïtief geneigd zijn te geven kunnen averechts werken. Hier beschrijven we vier tips om effectief te complimenteren.

Afbeelding van Flickr (https://www.flickr.com/photos/115089924@N02/12212474014/), CC BY 2.0 (https://creativecommons.org/licenses/by/2.0/)

Eind negentiende eeuw schreef Christian Nestell Bovee (1862): “Een goed compliment is voor kinderen wat de zon is voor bloemen” (p. 104; vertaling door auteurs). Ook tegenwoordig denken veel mensen dat kinderen groeien van complimenten zoals bloemen groeien van zonlicht. Complimenten worden vaak gegeven met als doel om kinderen te motiveren: om ze plezier te laten hebben in wat ze doen, om ze te helpen doorzetten en om ze aan te moedigen iets moeilijks te proberen. Hoewel complimenteren op zichzelf een goede zaak is, kan de manier waarop we dit intuïtief geneigd zijn te doen soms averechts werken. We beschrijven hier vier tips om effectief te complimenteren.

Tip 1. Geef niet voor elk succes een compliment

Hoe tegen-intuïtief het ook mag klinken, complimenten kunnen leiden tot een afname in intrinsieke motivatie.   Intrinsieke motivatie verwijst naar hoe graag kinderen een taak doen uit zichzelf, omwille van plezier en interesse, niet omwille van een externe beloning, zoals een compliment. Als kinderen bijvoorbeeld veel complimenten ontvangen van hun leerkracht, dan zetten ze minder door op taken, zoeken ze vaker naar goedkeuring en zijn ze minder zeker van hun antwoorden (Rowe, 1974). En als kinderen veel complimenten ontvangen van hun moeders voor het vertonen van prosociaal gedrag, zoals “Jij bent lief voor je broertje”, dan gaan ze zich daarna juist minder prosociaal gedragen (Grusec, 1991).

Hoe kunnen deze effecten worden verklaard? Zelfperceptietheorie (Bem, 1967) stelt dat mensen hun attitudes, zoals hoe leuk ze iets vinden, afleiden uit observaties van hun eigen gedrag. Zo kunnen mensen afleiden dat ze honger hebben omdat ze merken dat ze het afgelopen uur herhaaldelijk naar de koelkast zijn gestruind voor een snack. Hetzelfde principe kan optreden voor intrinsieke motivatie. Als kinderen een taak doen zonder dat er een beloning tegenover staat, dan kunnen ze denken: “Ik vindt deze taak leuk, want ik doe het uit mezelf”. Maar als er een beloning tegenover staat, zoals een compliment, dan kunnen ze denken: “Ik vind de taak zelf niet leuk, want ik doe het voor het compliment”. Dus als kinderen een bepaalde taak doen met de verwachting hiervoor gecomplimenteerd te worden, dan kunnen ze concluderen dat ze niet geïnteresseerd zijn in de taak zelf (Lepper, Greene, & Nisbett, 1973). Om dit te voorkomen kunnen we proberen om kinderen niet voor elke succeservaring een compliment te geven. Zo beseffen kinderen dat ze een taak doen omwille van plezier en interesse, niet enkel en alleen voor een compliment.

Tip 2. Geef complimenten voor moeilijke taken

Als we willen dat kinderen zich slimmer gaan voelen, dan zijn we soms geneigd kinderen te complimenteren voor zelfs hele eenvoudige taken—van veters strikken tot brood smeren. Maar juist complimenten voor eenvoudige taken kunnen een ongewenste uitwerking hebben. Als kinderen worden gecomplimenteerd voor iets heel eenvoudigs kunnen ze namelijk denken: “Dus je denkt dat ik niet beter kan dan dit?” (Meyer, 1992). Met andere woorden, complimenten voor eenvoudige taken kunnen kinderen het gevoel geven dat ze niet competent worden gevonden, waardoor kinderen zelf hun competentie ook lager gaan inschatten. Daarom is het beter om kinderen te complimenteren voor taken die ze moeilijk vinden. En als kinderen falen, dan kan opbouwende kritiek motiverend werken: “Deze taak ging niet goed, maar als je het de volgende keer anders aanpakt, dan zal het vast beter gaan”. Uit deze opbouwende kritiek kunnen kinderen namelijk afleiden dat er meer van ze wordt verwacht (Meyer, 1992).

Tip 3. Geef complimenten voor gedrag

Er wordt vaak gedacht dat kinderen minder bang worden om te falen als ze wordt verteld hoe slim of knap ze zijn, zoals “Wat ben jij slim!”. Deze persoonsgerichte complimenten kunnen echter leiden tot een zogenaamde “fixed mindset”— de overtuiging dat eigenschappen, zoals intelligentie, onveranderbaar zijn (Mueller & Dweck, 1998). Deze complimenten geven kinderen de indruk dat zoiets belangrijks als hun intelligentie kan worden afgelezen aan hun prestaties. Kinderen met een fixed mindset zijn bang om te falen, want falen zou betekenen dat ze niet slim genoeg zijn. Daardoor gaan ze uitdagingen uit de weg en geven ze sneller op als iets tegenzit.                

Andere complimenten zijn juist gericht op gedrag, zoals “Wat heb je goed je best gedaan!”. Deze gedragsgerichte complimenten kunnen leiden tot een zogenaamde “growth mindset”—de overtuiging dat eigenschappen, zoals intelligentie, veranderd kunnen worden, bijvoorbeeld hard te werken (Mueller & Dweck, 1998). Ze leggen de nadruk op het proces dat voorafgaat aan het presteren, waardoor kinderen zich beseffen dat ze zichzelf kunnen verbeteren door hard te werken. Kinderen met een growth mindset zijn minder bang om te falen, want falen zou slechts betekenen dat ze de volgende keer beter hun best moeten doen. Daardoor zoeken ze uitdagingen op en zetten ze langer door als iets tegenzit. Kortom, het verdient aanbeveling om complimenten te richten op gedrag, niet op persoonseigenschappen.

Tip 4. Formuleer complimenten gematigd positief

Als we de zelfwaardering van kinderen willen verhogen, dan geven we vaak extreem positieve, opgeblazen complimenten, zoals “Je hebt een ongelooflijk mooie tekening gemaakt!”. We richten deze complimenten vooral op kinderen met een lage zelfwaardering (Brummelman, Thomaes, Orobio de Castro, Overbeek, & Bushman, 2014). Opgeblazen complimenten kunnen echter juist averechts werken. Ze kunnen kinderen namelijk het idee geven dat ze moeten blijven voldoen aan hoge standaarden—dat ze altijd een ongelooflijk mooie tekening moeten maken (Baumeister, Hutton, & Cairns, 1990). Dit kan negatieve gevolgen hebben voor kinderen met een lage zelfwaardering, omdat deze kinderen bang zijn niet aan de hoge standaarden te kunnen voldoen. Hierdoor kunnen ze moeilijke taken en andere uitdagingen gaan vermijden (Brummelman et al., 2014). Daarom heeft het de voorkeur om kinderen gematigd positieve complimenten te geven, zoals “Je hebt een mooie tekening gemaakt!”. Dergelijke, niet-opgeblazen complimenten zetten een realistische standaard en kunnen kinderen met een lage zelfwaardering juist motiveren om uitdagingen aan te gaan.

Conclusie

Complimenteren is niet eenvoudig. De manier waarop we intuïtief geneigd zijn te complimenteren kan namelijk averechts werken. Omdat de manier waarop we complimenten geven voor velen een gewoonte is geworden, raden we iedereen aan om te oefenen met nieuwe manieren van complimenten geven. Dus: geef niet voor elk klein succes een compliment en als je een compliment geeft, probeer deze dan gematigd positief te formuleren en te richten op gedrag.

Referenties

  • Baumeister, R. F., Hutton, D. G., & Cairns, K. J. (1990). Negative effects of praise on skilled performance. Basic and Applied Social Psychology, 11, 131–148. doi:10.1207/s15324834basp1102_2
  • Bem, D. J. (1967). Self-perception: An alternative interpretation of cognitive dissonance phenomena. Psychological Review, 74, 183–200. doi:10.1037/h0024835
  • Bovee, C. N. (1862). Intuitions and summaries of thought (Vol. 2). Cambridge, MA: Henry O. Houghton.
  • Brummelman, E., Thomaes, S., Orobio de Castro, B., Overbeek, G., & Bushman, B. J. (2014). “That’s not just beautiful—that’s incredibly beautiful!”: The adverse impact of inflated praise on children with low self-esteem. Psychological Science, 25, 728–735. doi:10.1177/0956797613514251
  • Grusec, J. E. (1991). Socializing concern for others in the home. Developmental Psychology, 27, 338–342. doi:10.1037/0012-1649.27.2.338
  • Lepper, M. R., Greene, D., & Nisbett, R. E. (1973). Undermining children's intrinsic interest with extrinsic reward: A test of the “overjustification” hypothesis. Journal of Personality and Social Psychology, 28, 129–137. doi:10.1037/h0035519
  • Meyer, W.-U. (1992). Paradoxical effects of praise and criticism on perceived ability. European Review of Social Psychology, 3, 259–283. doi:10.1080/14792779243000087
  • Mueller, C. M., & Dweck, C. S. (1998). Praise for intelligence can undermine children's motivation and performance. Journal of Personality and Social Psychology, 75, 33  –52. doi:10.1037/0022-3514.75.1.33
  • Rowe, M. B. (1974). Relation of waittime and rewards to the development of language, logic, and fate control: Part IIRewards. Journal of Research in Science Teaching, 11, 291–308. doi:10.1002/tea.3660110403

Auteur(s) van het artikel

Facebook