De wetenschap van wetenschapscommunicatie.

De krantenkoppen over misinformatie, fake news en complottheorieën vliegen je om de oren. Op het nieuws zien we dat zendmasten in brand worden gestoken en op Twitter roepen de klimaatontkenners het hardst. We lijken het niet altijd eens te kunnen worden over de feiten. Vaak is dat geen probleem, maar in sommige gevallen leidt een gebrek aan overeenstemming over feiten tot serieuze problemen. Waar gaat het mis?


Afbeelding van Vlad Tchompalov via Unsplash 

In het nog jonge onderzoeksveld van de wetenschapscommunicatie was het antwoord op die vraag vaak simpel: mensen weten niet hoe het zit omdat ze iets niet begrijpen of niet voldoende kennis hebben (het deficit modelvan wetenschapscommunicatie; National Academy of Sciences, 2017). De oplossing werd daardoor ook simpel. Je moet mensen meer informatie geven, dan komt het vanzelf goed. Zoals je wel voelt aankomen, ontdekten we de afgelopen jaren dat het opvullen van een eventueel tekort aan kennis niet een-twee-drie zorgt voor overeenstemming over feiten. Eén van de redenen hiervoor is dat niet iedereen informatie op dezelfde manier verwerkt en dus ook niet altijd tot dezelfde conclusie komt. Wanneer we informatie tot ons nemen hebben we meestal een doel (Kunda, 1990). Vaak willen we weten hoe iets zit, maar soms hebben we, bewust dan wel onbewust, als doel om onze al bestaande overtuigingen te beschermen. Informatie die ingaat tegen iemands opvattingen of gedragingen kan daardoor als bedreigend worden gezien. Een ander probleem met de ouderwetse strategie van simpelweg meer informatie aanbieden is dat niet iedereen in staat is allerlei complexe, wetenschappelijke informatie te begrijpen. Ken jij iemand die een compleet klimaatrapport kan lezen en begrijpen, het onderzoek naar de effecten van formaldehyde op je gezondheid kent, verstand heeft van juridisch jargon én weet wat E948 is?[1] Gelukkig hoeft niemand dit allemaal zelf te beheersen, omdat we deze kennis en vaardigheden als collectief in huis hebben.

Maar hoe komen we dan tot overeenstemming over feiten bij beladen onderwerpen? Onderzoek naar wetenschapscommunicatie biedt een mogelijke oplossing: het communiceren van de wetenschappelijke consensus. Een voordeel van het communiceren van feiten is dat er, per definitie, voldoende bewijs voor is. Als er overeenstemming is in het bewijs, is er vaak ook overeenstemming tussen de wetenschappers. Deze consensus tussen wetenschappers is een sterk signaal dat de wetenschappelijke zoektocht naar kennis een heldere conclusie heeft opgeleverd. Informatie over de wetenschappelijke consensus is ook nog eens makkelijker te communiceren en makkelijker te begrijpen dan het wetenschappelijk onderzoek zelf. Je hoeft geen expert te zijn op het gebied van klimaatverandering om een afbeelding als die hieronder te begrijpen. 

Zelfs wanneer we het eenmaal eens zijn geworden over feiten kan er nog van alles veranderen. Het verspreiden van misinformatie is al decennia (en waarschijnlijk al veel en veel langer) een veelgebruikte strategie door allerlei verschillende partijen. Vooral de tabaksindustrie en oliebedrijven zijn notoir om hun gebruik van misinformatie in de strijd tegen een goed geïnformeerd publiek (Oreskes & Conway, 2011). Zo geven lobbygroepen van grote oliebedrijven al sinds het begin van dit decennium advies over misinformatie aan kopstukken in de Conservatieve partij in de Verenigde Staten. Eén van de speerpunten van dit advies is het ontkennen van het bestaan van een wetenschappelijke consensus over de rol van de mens in klimaatverandering.

De groeiende zorg om misinformatie gaat gepaard met meer financiering om misinformatie te onderzoeken. Uit dat onderzoek komt een veelbelovende strategie in de strijd tegen misinformatie naar voren. Deze strategie is gebaseerd op de werking van vaccinaties en heet daarom inoculation (inenting). Verschillende onderzoeken tonen aan dat je iemand kan beschermen tegen misinformatie door deze persoon bloot te stellen aan een ‘verzwakte’ versie van de misinformatie (Cook, 2016). Door het leren herkennen van veelgebruikte misleidende redeneringsstrategieën kan iemand een soort cognitieve weerstand opbouwen tegen misinformatie. Wanneer iemand dan echte misinformatie tegenkomt, kan deze vaardigheid bescherming bieden. Zo testte recent onderzoek een interventie waarin mensen werden blootgesteld aan misinformatie in combinatie met uitleg over de misleidende strategie die werd toegepast (Cook, Lewandowsky, & Ecker, 2017). In dit geval ging het om de “valse expert”-strategie: het naar voren schuiven van voorlichters waarbij het lijkt alsof zij experts zijn maar in werkelijkheid niet de relevante wetenschappelijke expertise hebben. Participanten die blootgesteld waren aan de ‘inenting’ tegen misinformatie waren daarna minder vatbaar dan anderen voor misinformatie waarbij de valse-expert strategie werd toegepast.

Door ontwikkelingen op het gebied van consensuscommunicatie en de strijd tegen misinformatie bewijst de wetenschap van wetenschapscommunicatie haar waarde. Gelukkig zien we ook dat wetenschapscommunicatie werkt. Helaas duurt het soms lang. Na jarenlange ontkenning van de link tussen roken en longkanker zijn we het nu eens over de gevaren van roken. En ondanks een aantal schreeuwers op Twitter moet je zelfs naar klimaatontkenners tegenwoordig steeds beter zoeken. Het lijkt erop dat het belang van de wetenschap van wetenschapscommunicatie steeds meer erkend wordt. Dat is voordelig voor zowel wetenschappers, beleidsmakers als de bevolking. We steken samen veel tijd en publiek geld in het opdoen van kennis. Laten we deze kennis dan vooral serieus nemen. Zelfs wanneer het ons misschien niet zo goed uitkomt.


[1]Spoiler: E948 is zuurstof.

Referenties

Cook, J. (2016). Countering climate science denial and communicating scientific consensus. In Oxford Research Encyclopedia of Climate Science(Vol. 1, pp. 1–30). Oxford University Press. https://doi.org/10.1093/acrefore/9780190228620.013.314

Cook, J., Lewandowsky, S., & Ecker, U. K. H. (2017). Neutralizing misinformation through inoculation: Exposing misleading argumentation techniques reduces their influence. PLoS ONE, 12(5), 1–21. https://doi.org/10.1371/journal.pone.0175799

Kunda, Z. (1990). The case for motivated reasoning. Psychological Bulletin, 108(3), 480–498. https://doi.org/10.1037/0033-2909.108.3.480

National Academy of Sciences. (2017). Communicating science effectively: A research agenda. Washington, D.C.: The National Academies Press. https://doi.org/10.17226/23674

Oreskes, N., & Conway, E. M. (2011). Merchants of doubt: How a handful of scientists obscured the truth on issues from tobacco smoke to global warming. New York, NY: Bloomsbury Press.