De Gevangenis van de Toekomst: Een Humaan en Evidence-Based Gevangenisbeleid

Herinner je je nog de Covid-19 lockdown? Gevoelens van eenzaamheid en wanhoop overvielen velen van ons en de negatieve effecten van zo’n isolement op ons welzijn werden op brutale wijze duidelijk gemaakt. Voor gedetineerden is dit echter geen tijdelijke situatie, maar de dagelijkse realiteit. Ze zitten vaak jarenlang opgesloten in kleine cellen, met beperkte toegang tot sociaal contact en de buitenwereld. Dit artikel bespreekt waarom de gevangenis als plaats voor rehabilitatie niet vanzelfsprekend is en waarom een humaner en evidence-based gevangenis beleid dringend vereist is.

Afbeelding: @tillustrations_for_u

Detentie wordt vaak gebruikt als middel om de samenleving te beschermen tegen personen die zich niet aan de wetten van onze samenleving houden en om hen te straffen voor hun daden. De huidige manier waarop gevangenissen functioneren, kan beschouwd worden als een middeleeuwse vergeetput, waar criminelen in worden opgesloten zodat ze geen bedreiging meer vormen. Uit onderzoek weten we dat dit de veiligheid van de maatschappij en de problemen bij gedetineerden kan verergeren in plaats van verbeteren (e.g., Goomany & Dickinson, 2015). Als reactie op deze inzichten beginnen beleidsmakers in Europa de gevangenis steeds meer te zien als een plek voor rehabilitatie en re-integratie in plaats van louter straf (Meijers, 2017). Het idee dat de maatschappij op lange termijn winst kan behalen door meer te investeren in het gevangeniswezen zodat de mensen er beter uitkomen, wint aan populariteit (Penal Reform International, 2022; 2023). Wat is de impact van detentie op het welzijn en de rehabilitatie van gedetineerden? En waarom is er nood aan een humaner en evidence-based gevangenis beleid en wat zijn de moeilijkheden hierbij?

De impact van detentie op het welzijn en rehabilitatie van gedetineerden

De zelfdeterminatietheorie (ZDT) stelt dat autonomie, competentie en verbondenheid de basisbehoeften zijn die vervuld moeten worden om iemand te stimuleren om vanuit bepaalde waarden te handelen (Deci & Ryan, 1985; Ryan & Deci, 2000). Vervulling van deze basisbehoeften is een conditio sine qua non voor persoonlijke ontwikkeling en welzijn, maar ze zijn niet zo vanzelfsprekend voor gedetineerden. In de gevangenis is namelijk vaak exact het tegenovergestelde aan de orde: er is sprake van beperkte autonomie en strenge controle, met weinig ruimte voor sociale interacties en weinig kansen voor het ontwikkelen van nieuwe vaardigheden. Het huidige systeem vervreemdt zo de gedetineerden vaak nog verder van de maatschappij waarin ze later verwacht worden te re-integreren (Bosworth et al., 2005).

Het verbaast dan ook niet dat gedetineerden doorgaans een laag welzijn ervaren (Fazel et al., 2016). Binnenin de gevangenis gaat dit gepaard met problemen zoals druggebruik, mentale gezondheidsproblemen, zelfverwonding en zelfs zelfmoord (Fazel et al., 2016; Friestad et al., 2009). Niettemin blijkt welzijn ook een groot probleem eenmaal buiten de gevangenis. Het label van een voormalige gedetineerde is dan ook iets dat velen voor de rest van hun leven meedragen. Dit leidt tot moeilijkheden bij, onder andere, het vinden van een baan (Aresti et al., 2010), terwijl onderzoek aantoont dat werkgelegenheid cruciaal is voor succesvolle re-integratie (Holzer et al., 2002).

Je kunt je afvragen of het realistisch is om te verwachten dat gedetineerden de gevangenis, een plek waar zelfs de basisbehoeften niet vervuld zijn, als een beter mens verlaten. Uit de meest recent beschikbare cijfers van België blijkt van niet: 57.6% van de mensen met een veroordeling hervalt binnen de 18 jaar. Binnen deze groep recidivisten komt 72.5% al na maximaal vijf jaar opnieuw in aanraking met het gerecht (Mine & Robert, 2015). Ook in Nederland zijn de cijfers hoog: 46% van de ex-gedetineerden gaat binnen de twee jaar opnieuw de fout in (Ministerie van Justitie en Veiligheid, 2018). (Een belangrijke kanttekening hierbij is dat recidivecijfers over landen heen erg moeilijk te vergelijken zijn. Dit komt onder ander door variaties in meetmethoden en registratieprocedures; er is geen internationaal gestandaardiseerde manier om recidive te meten (Yukhnenko et al., 2022).) De hoge recidivecijfers benadrukken de noodzaak om meer te investeren in het gevangeniswezen, zodat een gevangenisstraf effectief tot een positieve verandering kan leiden. Misdaad en straf zijn namelijk een enorme kost voor de samenleving, met negatieve gevolgen voor gedetineerden, hun families, gevangenispersoneel en de bredere maatschappij (Henrichson & Delaney, 2012).

Hervorming van detentie: streven naar humaniteit

Het normaliteitsprincipe vormt de kern van een humanere vorm van detentie (Raad van Europa, 2006; van Zyl Smit & Snacken, 2009). Het uitgangspunt van dit principe is dat de vrijheidsbeperking op zich al genoeg straf is en dat alles wat een gevangenisstraf zwaarder kan maken, vermeden moet worden. Daarom moeten gevangenissen ernaar streven om zoveel mogelijk overeenstemming te creëren tussen het leven binnen en buiten de gevangenis. Dit principe wordt nagestreefd door de Raad van Europa (1973; 1987; 2006) en het nationale gevangenis beleid van Europese landen. Ook het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) ondersteunt dit principe in haar uitspraken (De Vos, 2017; EHRM 4 december 2007, Dickson/Verenigd Koninkrijk; EHRM 6 oktober 2005, Hirst/Verenigd Koninkrijk). Echter, in de praktijk blijkt de toepassing van het normaliteitsprincipe niet altijd gemakkelijk. Het is namelijk een abstracte beschrijving zonder concrete aanbevelingen voor het beleid, waardoor het op verschillende manieren kan worden geïnterpreteerd en geïmplementeerd (De Vos, 2017; Puddu, 2022).

Een land dat als inspirerend voorbeeld dient van hoe het normaliteitsprincipe van theorie naar praktijk kan worden omgezet, is Noorwegen (Høidal, 2018; Pratt, 2008). Zo wordt er in het Noorse gevangeniswezen bijzondere aandacht gegeven aan betekenisvolle activiteiten: gedetineerden krijgen de mogelijkheid om te werken, een opleiding te volgen en deel te nemen aan fysieke activiteiten. Verder wordt er aanzienlijk geïnvesteerd in gezondheidszorg en rehabilitatiemogelijkheden. Zo is één van de belangrijkste doelstellingen van de Noorse gevangenissen dat gedetineerden drugsvrij zijn of hun druggebruik kunnen controleren alvorens ze worden vrijgelaten. Om dit te realiseren worden cognitieve gedragstherapeutische behandelingsprogramma’s aangeboden (Butken et al., 2015; Norwegian Ministry of Justice and Police, 2018). Het normaliteitsprincipe komt eveneens duidelijk naar voren in het bewakings beleid van de Noorse gevangenissen (De Vos & Vanhouche, 2019). Meer bepaald past het personeel een dynamische bewakingsmethode toe om de veiligheid van zowel zichzelf, de gedetineerden als de instelling als geheel in te schatten. Bij deze methode ligt de focus niet op het patrouilleren door de gangen, maar op het inschatten van de veiligheid op basis van interacties met gedetineerden (Horowitz et al., 2021). Een gedetineerde met een bewaker zien kaarten, is daar geen ongewoon tafereel. Het is opmerkelijk dat Noorwegen in de afgelopen decennia een aanzienlijke daling van de recidivecijfers heeft gekend, waarbij naar schatting slechts 20% van de mensen die vast hebben gezeten in Noorwegen binnen de twee jaar hervalt (Høidal, 2018; Yukhnenko et al., 2022). Deze bevindingen suggereren dat de Noorse aanpak positieve resultaten heeft, al is verder onderzoek nodig om meer concrete causale verbanden te bevestigen.

In Scandinavië wordt detentie vaak kleinschaliger uitgevoerd dan in andere Europese landen. Hoewel de kleinere gevangenissen (minder dan 50 gedetineerden) oorspronkelijk niet ontworpen werden met het doel sociale interacties en re-integratie te bevorderen, merkten onderzoekers doorheen de jaren dat deze kleinschalige detentie voordelige resultaten oplevert op dat vlak (e.g., Johnsen et al., 2011). Wanneer detentie in kleinere groepen plaatsvindt, komen er namelijk meer positieve en constructieve relaties uit voort, wat op zijn beurt leidt tot een betere levenskwaliteit bij zowel gedetineerden als gevangenispersoneel, en een betere re-integratie van gedetineerden in de maatschappij (Antonsen & Sandvold, 2022).

Met deze bevindingen in gedachten pleit de Europese beweging RESCALED (https://www.rescaled.org/) voor een nieuwe soort correctionele faciliteit, namelijk het detentiehuis. Detentiehuizen zijn reeds te vinden in verschillende Europese landen, zoals in België, Nederland en Spanje (Prison Insider, 2023). Deze organisatie stelt drie kernprincipes voorop voor toekomstige detentie. Ten eerste is er het principe van kleinschaligheid. In een detentiehuis is er, in tegenstelling tot in een traditionele gevangenis, slechts plaats voor 15 tot 30 gedetineerden. Het tweede principe, het integratieprincipe, houdt in dat gevangenschap plaatsvindt midden in de samenleving. Dit wordt bereikt door zowel gedetineerden toegang te geven tot diensten in de maatschappij als door hen zelf diensten te laten verlenen aan anderen. Zo worden gedetineerden bijvoorbeeld tewerkgesteld in een restaurant of fietsherstelplaats in hun lokale gemeenschap. Het derde principe benadrukt differentiatie. Doordat detentie in een detentiehuis op kleinere schaal gebeurt, wordt er namelijk meer aandacht besteed aan de individuele profielen en unieke noden van elke gedetineerde. Dit omvat niet alleen het plaatsen van gedetineerden in het juiste beveiligingsniveau, maar ook het bieden van op maat gemaakte begeleiding (Antonsen & Sandvold, 2022; De Vos & Vanhouche, 2019). Dit staat in schril contrast met het uniforme regime van de klassieke gevangenissen. Binnen Noorse gevangenissen zijn vaak één of meerdere van deze principes die RESCALED voorstelt voor toekomstige detentie al geïmplementeerd (Antonsen & Sandvold, 2022).

Detentiehuizen worden gezien als een humanere vorm van detentie, waarbij de nadruk ligt op de respectvolle behandeling van gedetineerden als menswaardige individuen. In deze context wordt rehabilitatie niet alleen gezien als een middel om recidive te verminderen, maar ook als een intrinsiek persoonlijk recht van elke gedetineerde. Het hoofddoel is dan niet uitsluitend het voorkomen van recidive, maar ook het minimaliseren van schadelijke bijwerkingen van een gevangenisverblijf, bekend als detentieschade (Vander Beken, 2021).

Hoewel detentiehuizen een positieve ontwikkeling zijn richting een humaner gevangenis beleid, is hun toepassing vooralsnog beperkt. Opvallend is dat beleidsmakers bij de bouw van nieuwe gevangenissen nog steeds vaak kiezen voor grootschalige gevangenissen, ondanks de wetenschappelijke evidentie voor de positieve effecten van kleinschalige detentie (Antonsen & Sandvold, 2022; Johnsen et al., 2011). Bovendien lijkt een humaan beleid niet consequent te worden geïmplementeerd in Europese gevangenissen. Zoals eerder aangehaald, is de invulling van ‘humaan’ abstract en spelen verschillende factoren een rol (De Vos, 2023). De schaarse inspanningen om betekenisvolle activiteiten te bieden, de mentale gezondheid van gedetineerden te ondersteunen en vaardigheden van gedetineerden te ontwikkelen, zorgen tot nu toe voor beperkte rehabilitatiekansen voor het merendeel van de gedetineerden.

Nood aan een evidence-based gevangenis beleid voor het ontwikkelen van vaardigheden

Naast het investeren in betekenisvolle activiteiten en het ondersteunen van de mentale gezondheid van gedetineerden, is het essentieel om vaardigheden van gedetineerden te ontwikkelen die van belang zijn voor hun leven buiten de gevangenis (Gannon & Ward, 2014; Ward et al., 2022). Dit sluit nauw aan bij het aspect van competentie in de zelfdeterminatietheorie (ZDT), dat stelt dat individuen enkel intrinsiek gemotiveerd kunnen zijn om hun eigen leven te verbeteren indien ze zich competent voelen in het bereiken van hun doelen (Deci & Ryan, 1985; Ryan & Deci, 2000). Een voorbeeld van zo’n competentie is impulscontrole, een vaardigheid die een aantoonbare link heeft met crimineel gedrag (DeLisi et al., 2008; Gottfredson & Hirschi, 1990; McGuire, 2008), en waar gedetineerden zelf vaak bezorgd over zijn (McMurran et al., 2008).

De aanpak van dergelijke vaardigheden blijkt tot op heden echter vaak niet evidence-based. Integendeel, in gevangenissen wordt impulscontrole vaak op de proef gesteld zonder dat gedetineerden de kans krijgen om deze vaardigheid te ontwikkelen (Ward et al., 2022). Gevangenispersoneel en directeurs zijn bij het aanpakken van wangedrag vaak vooral aangewezen op hun eigen intuïtieve ideeën (Ross, 2013). Deze aanpak bestaat dan ook veelal uit het afnemen van de enige vrijheden die gedetineerden nog hebben, zoals hun dagelijkse wandeling ontzeggen, hun aanvraag tot penitentiair verlof weigeren of hen opsluiten in de isolatiecel. Deze aanpak is meestal niet effectief en resulteert enkel in meer frustraties bij gedetineerden (De Viggiani, 2006).

Bij het implementeren van een evidence-based gevangenis beleid dat gericht is op vaardigheidsontwikkeling spelen psychologische interventies een cruciale rol (Gannon & Ward, 2014). Het implementeren van evidence-based interventies is echter geen eenvoudige taak. Het aantal wetenschappelijke interventiestudies uitgevoerd binnen gevangenissen is namelijk beperkt, en deze studies vertonen vaak methodologische tekortkomingen, zoals het ontbreken van een controlegroep en vroegtijdige uitval van deelnemers (e.g., doordat gedetineerden worden vrijgelaten of overgeplaatst naar een andere gevangenis; Beaudry et al., 2021). Daarnaast richten de meeste studies zich vaak enkel op recidive als een maat voor de werkzaamheid van een interventie, terwijl dit belangrijke beperkingen heeft. Recidive wordt immers beïnvloed door tal van andere factoren, zoals de sociale steun die beschikbaar is (Breese et al., 2000), de buurt waarin ex-gedetineerden terechtkomen (Kubrin & Stewart, 2006) en tewerkstelling (Holzer et al., 2002; Visher et al., 2005). Het is daarom van belang dat toekomstig onderzoek ook meer directe uitkomstmaten implementeert, zoals het meten van bepaalde vaardigheden van gedetineerden, en de invloed van deze vaardigheden op het algemeen welzijn van gedetineerden en andere relevante maten. Denk in het geval van impulscontrole bijvoorbeeld aan het meten van het aantal gewelddadige incidenten dat plaatsvindt binnen de gevangenis (Butts & Schiraldi, 2018; Wormith et al., 2007, Zhou et al., 2018). Via dergelijke evidence-based benaderingen kunnen gedetineerden daadwerkelijk de kans krijgen om hun leven positief te veranderen en succesvol te re-integreren in de maatschappij. Hierbij is het ook belangrijk dat beleidsmakers bereid zijn om af te stappen van traditionele benaderingen en wetenschappelijke evidentie actief omzetten naar praktische toepassingen voor het gevangenis beleid.

Conclusie

Het wordt hoog tijd dat we streven naar humanere gevangenissen, waar gedetineerden op een respectvolle manier behandeld worden, onderbouwd door wetenschappelijke bevindingen, en waar de nadruk ligt op rehabilitatie en re-integratie in plaats van straf en isolatie. Hoewel de opkomst van detentiehuizen in Europa een positieve ontwikkeling is hiernaartoe, is er nog een lange weg te gaan. De wetenschap toont aan dat de huidige gevangenissen ineffectief zijn (e.g., Goomany & Dickinson, 2015), maar in de praktijk blijft de implementatie van een alternatief gevangenis beleid vaak achter. Om veranderingen te bewerkstelligen, is het van belang dat er meer onderzoek wordt uitgevoerd naar effectieve psychologische interventies met directe uitkomstmaten, die gedetineerden helpen in het ontwikkelen van zinvolle vaardigheden. Op lange termijn zal dit voordelig zijn voor de samenleving als geheel door de kans op recidive te verminderen, en zo bij te dragen aan een veiligere en meer welvarende samenleving.

De auteur wil graag Emiel Cracco, Maura Nevejans, Astrid Rombouts en Pieter Van Dessel bedanken voor hun feedback op eerdere versies van dit artikel.

 

Referenties

Aanbeveling Rec(87)3, on the European Prison Rules van de Raad van Europa (12 februari 1987). Aanbeveling Rec(2006)2, on the European Prison Rules van de Raad van Europa (11 januari 2006).

Antonsen, K., & Sandvold, F. (2022). Punishment that makes a difference? : RESCALED principles practiced in existing Norwegian prisons. RESCALED - European movement for detention houses. https://www.rescaled.org/2022/09/12/punishment-that-makes-a-difference/

Aresti, A., Eatough, V., & Brooks-Gordon, B. (2010). Doing time after time: An interpretative phenomenological analysis of reformed ex-prisoners' experiences of self-change, identity and career opportunities. Psychology, crime & law, 16(3), 169-190. https://doi.org/10.1080/10683160802516273

Beaudry, G., Yu, R., Perry, A. E., & Fazel, S. (2021). Effectiveness of psychological interventions in prison to reduce recidivism: A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials. The Lancet Psychiatry, 8(9), 759-773. https://doi.org/10.1016/S2215-0366(21)00170-X.

Birmingham, L. (2003). The mental health of prisoners. Advances in psychiatric treatment, 9(3), 191-199. https://doi.org/10.1192/apt.9.3.191

Bosworth, M., Campbell, D., Demby, B., Ferranti, S. M., & Santos, M. (2005). Doing prison research: Views from inside. Qualitative inquiry, 11(2), 249-264. https://doi.org/10.1177/1077800404273410

Breese, J. R., Ra’el, K., & Grant, G. K. (2000). No place like home: A qualitative investigation of social support and its effects on recidivism. Sociological Practice, 2(1), 1–21. https://doi.org/10.1023/A:1010103821490

Bukten, A., Lund, I. O., Rognli, E. B., Stavseth, M. R., Lobmaier, P., Skurtveit, S., Klausen, T., & Kunøe, N. (2015). The Norwegian Offender Mental Health and Addiction Study – Design and implementation of a national survey and prospective cohort study. Substance Abuse: Research and Treatment, 9(suppl 2), 59-66. https://doi.org/10.4137/SART.S23546

Butts, J. A., & Schiraldi, V. (2018). Recidivism reconsidered: Preserving the community justice mission of community corrections. Executive session on community corrections at Harvard Kennedy School, Cambridge, Massachusetts. https://doi.org/10.7916/d8-gky0-5x32

Deci, E. L., & Ryan, R. M. (1985). Intrinsic motivation and self-determination in human behavior. Springer Science & Business Media. https://doi.org/10.1007/978-1-4899-2271-7

DeLisi, M., Hochstetler, A., Higgins, G. E., Beaver, K. M., & Graeve, C. M. (2008). Toward a general theory of criminal justice: Low self-control and offender noncompliance. Criminal Justice Review, 33(2), 141–158. https://doi.org/10.1177/0734016808316781

Denson, T. F., DeWall, C. N., & Finkel, E. J. (2012). Self-Control and aggression. Current Directions in Psychological Science, 21(1), 20-25. https://doi.org/10.1177/0963721411429451

De Viggiani, N. (2006). Surviving prison: exploring prison social life as a determinant of health. International Journal of Prisoner Health, 2(2), 71-89, https://doi.org/10.1080/17449200600935653

De Vos, H. (2017). Normalisering: Een complex proces met subjectief karakter. Panopticon: Tijdschrift voor Strafrecht, Criminologie en Forensisch Welzijnswerk, 38(3), 179-193.

De Vos, H. (2023). Emancipation versus forced social education: Normalizing the social dimension in prison. Beyond Scandinavian Exceptionalism: Normalization, Imprisonment and Society (pp. 187-245). Springer International Publishing. https://doi.org/10.1007/978-3-031-28635-3

De Vos, H., & Vanhouche, A. S. (2019). Conferentie: RESCALED. Fatik: Tijdschrift voor Straf beleid en Gevangeniswezen, 162, 39-40.

Dickson t. Verenigd Koninkrijk, 4 december 2007, nr. 44362/04, EHRM 2008/6 (Grote Kamer)

Fazel, S., Hayes, A. J., Bartellas, K., Clerici, M., & Trestman, R. (2016). Mental health of prisoners: Prevalence, adverse outcomes, and interventions. The Lancet Psychiatry, 3(9), 871–881. https://doi.org/10.1016/S2215-0366(16)30142-0

Friestad, C., & Kjelsberg, E. (2009). Drug use and mental health problems among prison inmates - Results from a nation-wide prison population study. Nordic Journal of Psychiatry, 63(3), 237–245. https://doi.org/10.1080/08039480802571044

Gannon, T. A., & Ward, T. (2014). Where has all the psychology gone?: A critical review of evidence-based psychological practice in correctional settings. Aggression and Violent Behavior, 19(4), 435-446. https://doi.org/10.1016/j.avb.2014.06.006

Goomany, A., & Dickinson, T. (2015). The influence of prison climate on the mental health of adult prisoners: A literature review. Journal of Psychiatric and Mental Health Nursing, 22(6), 413-422. https://doi.org/10.1111/jpm.12231

Gottfredson, M., & Hirschi, T. (1990). A general theory of crime. Stanford University Press. https://doi.org/10.1515/9781503621794

Henrichson, C., & Delaney, R. (2012). The price of prisons: What incarceration costs taxpayers. Federal Sentencing Reporter, 25(1), 68-80. https://doi.org/10.1525/fsr.2012.25.1.68

Hirst t. Verenigd Koninkrijk, 6 oktober 2005, nr. 74025/01, EHRM 2005/115 (Grote Kamer)

Høidal, A. (2018). Normality behind the walls: Examples from Halden prison. Federal Sentencing Reporter, 31(1), 58-66. https://doi.org/10.1525/fsr.2018.31.1.58

Holzer, H. J., Raphael, S., & Stoll, M. A. (2002). Can employers play a more positive role in prisoner reentry? [Conference paper] Working discussion paper for the urban institute reentry roundtable, Washington, D.C. https://www.ojp.gov/ncjrs/virtual-library/abstracts/can-employers-play-m...

Horowitz, V. L., Greberman, E. R., Nolan, P. E., Hyatt, J. M., Uggen, C., Andersen, S. N., & Chanenson, S. L. (2021). A comparative perspective on officer wellness: American reflections from Norwegian prisons. Criminal Justice Studies, 34(4), 477-497. https://doi.org/10.1080/1478601x.2021.2001231

Johnsen, B., Granheim, P.K., & Helgesen, J. (2011). Exceptional prison conditions and the quality of prison life: Prison size and prison culture in Norwegian closed prisons. European Journal of Criminology. 8(6), 515-529. https://doi.org/10.1177/1477370811413819

Kubrin, C. E., & Stewart, E. A. (2006). Predicting who reoffends: The neglected role of neighborhood context in recidivism studies. Criminology, 44(1), 165-197. https://doi.org/10.1111/j.1745-9125.2006.00046.x

McGuire, J. (2008). A review of effective interventions for reducing aggression and violence. Philosophical Transactions of the Royal Society B: Biological Sciences, 363(1503), 2577-2597. https://doi.org/10.1098/rstb.2008.0035

McMurran, M., Theodosi, E., Sweeney, A., & Sellen, J. (2008). What do prisoners want? Current concerns of adult male prisoners. Psychology, Crime & Law, 14(3), 267-274. https://doi.org/10.1080/10683160701770161

Meijer, S. (2017). Rehabilitation as a positive obligation. European journal of crime, criminal law and criminal justice, 25(2), 145-162. https://doi.org/10.1163/15718174-25022110

Mine, B., & Robert, L. (2015, May). Recidive na een rechterlijke beslissing. Nationale cijfers op basis van het Centraal Strafregister. Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie. https://nicc.fgov.be/recidive-na-een-rechterlijke-beslissing-nationale-c...

Ministerie van Justitie en Veiligheid. (2018) Recidivemonitor. https://www.wodc.nl/onderzoek-in-uitvoering/statistiek-en-monitoring/rec...

Norwegian Ministry of Justice and the Police. (2018). Punishment that works—less crime—a safe society: Report to the storting on the Norwegian correctional services (English summary). Federal Sentencing Reporter, 31(1), 52-57. https://doi.org/10.1525/fsr.2018.31.1.52

Penal Reform International (PRI). (2022). Global Prison Trends. https://www.penalreform.org/global-prison-trends-2022/

Penal Reform International (PRI). (2023). Global Prison Trends. https://www.penalreform.org/global-prison-trends-2023/

Pratt, J. (2008). Scandinavian exceptionalism in an era of penal excess Part I: The nature and roots of scandinavian exceptionalism. The British journal of criminology, 48(2), 119-137. https://doi.org/10.1093/bjc/azm072

Prison Insider (2023, June 29). Mapping small scale detention throughout Europe. Prison Insider. https://www.prison-insider.com/en/articles/mapping-small-scale-detention...

Puddu, S. (2022). The “prison house” and normalization. Between the reassertion of privacy and the risk of collectiveness. Architecture and Culture, 1-31. https://doi.org/10.1080/20507828.2022.2106535

Resolutie (73)5, Standard Minimum Rules for the Treatment of Prisoners van de Raad van Europa (19 januari 1973).

Ross, J. I. (2013). Deconstructing correctional officer deviance: toward typologies of actions and controls. Criminal Justice Review, 38(1), 110-126. https://doi.org/10.1177/0734016812473824

Ryan, R. M., & Deci, E. L. (2000). Self-determination theory and the facilitation of intrinsic motivation, social development, and well-being. American psychologist, 55(1), 68. https://doi.org/10.1037/0003-066X.55.1.68

Vander Beken, Tom (2021, October 2025). Human rights and small-scale, individually tailored or community integrated forms of imprisonment. RESCALED. https://researchcommunity.rescaled.org/2021/10/25/human-rights-and-small...

van Zyl Smit, D., & Snacken, S. (2009). Principles of European prison law and policy – Penology and human rights. Oxford University Press. https://doi.org/10.1111/j.1468-2311.2010.00611_1.x

Visher, C. A., Winterfield, L., & Coggeshall, M. B. (2005). Ex-offender employment programs and recidivism: A meta-analysis. Journal of Experimental Criminology, 1, 295-316. https://doi.org/10.1007/S11292-005-8127-X

Ward, T., Arrigo, B., Barnao, M., Beech, A., Brown, D. A., Cording, J., Day, A., Durrant, R., Gannon, T. A., Hart, S. D., Prescott., D., Strauss-Hughes, A., Tamatea, A., & Taxman, F. (2022). Urgent issues and prospects in correctional rehabilitation practice and research. Legal and Criminological Psychology, 27(2), 103-128. https://doi.org/10.1111/lcrp.12211

Wormith, J. S., Althouse, R., Simpson, M., Reitzel, L. R., Fagan, T. J., & Morgan, R. D. (2007). The rehabilitation and reintegration of offenders: the current landscape and some future directions for correctional psychology. Criminal justice and Behavior, 34(7), 879-892. https://doi.org/10.1177/0093854807301552

Yukhnenko, D., Sridhar, S., & Fazel, S. (2020). A systematic review of criminal recidivism rates worldwide: 3-year update. Wellcome open research, 4, 28. https://doi.org/10.12688/wellcomeopenres.14970.3

Zhou, Y. Q., Gan, D. Z. Q., Hoo, E. C. C., Chong, D., & Chu, C. M. (2018). Evaluating the violence prevention program: Group and individual changes in aggression, anger, self-control, and empathy. The Journal of Forensic Psychiatry & Psychology, 29(2), 265- 287. https://doi.org/10.1080/14789949.2017.1375541

Auteur(s) van het artikel

Facebook