Emoties, depressie en (verlies van) plezier in het dagelijks leven

Stelt u zich eens voor dat u niet meer kunt genieten van uw favoriete maaltijd, of van het samenzijn met uw vrienden. Zou u nog zin hebben om te koken of in het jaarlijkse vriend(inn)en-uitje? Waarschijnlijk niet. We staan er niet vaak bij stil, maar plezier is een belangrijk goed ... Waarom eigenlijk? En hoe kan men het plezier in het leven terugkrijgen, wanneer men dit verloren is? 

Afbeelding van Pixabay (https://pixabay.com/photos/smiley-emoticon-anger-angry-2979107/)

Mensen en organismen leven in een altijd-veranderende omgeving. Om te kunnen overleven in een dusdanig dynamische wereld is het evolutionair voordelig om, naast een goed ontwikkeld denkvermogen, ook een snelle eerste raadgever te hebben. Vrijwel alle organismen hebben een dergelijk evolutionair ingebouwd raadgevend systeem dat snel advies geeft over het vermijden of juist benaderen van dingen uit de omgeving. Zelfs het kleinste dier dat we kennen – de eencellige amoebe of het pantoffeldier – heeft er een. Goed werkende raadgevende systemen zetten over het algemeen aan tot vermijding als er potentieel gevaar lijkt en zetten aan tot toenadering als iets potentieel belonend is (Elliot, 2008).

Het raadgevend systeem van mensen bestaat vermoedelijk uit drie emotioneel-motivationele hersensystemen: het Fight-Flight-Freeze Systeem (FFFS), het Behavioral Approach Systeem (BAS) en het Behavioral Inhibition Systeem (BIS; Corr et al., 2013; Gray, 1982; Gray and McNaughton, 2000). Deze hersensystemen zijn verantwoordelijk voor het beoordelen of een prikkel belonend of straffend is, en voor het oplossen van een eventueel conflict (bv. opzoeken vs. vermijden) tussen de verschillende raadgevende systemen. Een prikkel kan een fysiek object zijn (zoals het zien van een lekkere maaltijd), maar ook meer abstracte of interne stimuli (bijv. herinneringen, gedachten, verwachtingen).

Mensen worden zich pas bewust van de activatie van hersensystemen als deze zich vertalen naar gedrag, gedachten en/of een emotionele staat of stemming. Een plezierige stemming kan bijvoorbeeld bestaan uit het zich verheugen op iets (gebaseerd op activatie van het BAS; in de literatuur ook wel “wanting” genoemd), maar ook uit het verkrijgen van een beloning (“liking”, ofwel consummatie plezier; Berridge and Kringelbach, 2015)

Emoties: nutteloos bijproduct van de evolutie of belangrijke raadgever?

Het hedendaagse menselijk lichaam is ontstaan uit natuurlijke selectie, een langzaam proces dat zich voltrekt over miljoenen jaren van voortplanting. Natuurlijke selectie draait om het principe van de sterkste, of eigenlijk, de best aangepaste. Diegenen die het best aangepast zijn aan de omgeving hebben immers de grootste kans om te overleven en zich voort te planten. Hierdoor zijn de genen en eigenschappen van de best aangepaste mensen in belangrijke mate bepalend geweest voor hoe het menselijk lichaam er nu uit ziet. Echter, niet alle eigenschappen die ooit van pas kwamen voor het overleven hebben nog steeds praktisch nut. Zo hebben sommige mensen bijvoorbeeld nog steeds een palmaris longus spier, een spier die zichtbaar wordt in de pols als men de arm op tafel legt en vervolgens de duim en wijsvinger samenbrengt. Deze spier was ooit van essentieel belang om in bomen voort te kunnen slingeren.

De meeste evolutionaire wetenschappers zijn het er op dit moment over eens dat het vermogen om emoties te ervaren waarschijnlijk evolutionair voordelig is (geweest), mogelijk als een eerste raadgever in de altijd-veranderende omgeving van de mens. Het vermogen om plezier te ervaren hielp in de oertijd onze voorouders te overleven door een ingebakken neiging naar bijvoorbeeld zoete bessen of ander calorierijk-voedsel, vrienden te maken en zich voort te planten – en nu waarschijnlijk nog steeds. Plezier wordt door sommigen daarom ook wel de brutaalste truc van de evolutie genoemd (Kringelbach, 2005).

Verlies van plezier

Tegenwoordig hoeft de mens geen bessen meer te verzamelen of op jacht te gaan naar voedsel. Een goed werkend emotioneel-motivationeel raadgevend systeem is daarom minder direct gekoppeld aan overlevingskansen dan voorheen, maar wel nog steeds essentieel voor psychisch functioneren en welzijn. Wanneer het emotionele systeem verstoord raakt, kan het bijvoorbeeld tot een overmatig depressieve stemming leiden, of de totale afwezigheid van plezier of positieve stemming, zonder dat dit nog ergens goed voor is (Hagen, 2011; Nettle, 2004). Als de verstoring zo erg is dat iemands dagelijkse functioneren daardoor langer dan twee weken belemmerd wordt, kan er sprake zijn van een stemmingsstoornis.

De meest voorkomende stemmingsstoornis is depressie. Depressie is wereldwijd de belangrijkste oorzaak van psychische ongezondheid en beperkingen: ongeveer 5% van alle volwassenen wereldwijd lijdt elk jaar aan een depressieve episode (World Health Organization, 2015). Voor de diagnose van depressie zijn vijf van de in totaal negen depressieve symptomen nodig (bijvoorbeeld concentratieverlies of slaapproblemen), waaronder minstens één van de van de kernsymptomen: depressieve stemming en/of anhedonie (American Psychiatric Association, 2013). Anhedonie is verlies van plezier, oftewel het minder kunnen genieten van dagelijkse activiteiten die men voorheen als plezierig ervoer, en veroorzaakt minstens zoveel leed als depressieve stemming. 

Hoe kan men het plezier in het leven terugkrijgen?

Uit eerder onderzoek blijkt dat plezier kan worden teruggewonnen door een gezonde leefstijl en het stimuleren van sociale en fysieke activiteiten (Rasmussen and Laumann, 2014; Schuster et al., 1990; Stubbe et al., 2007). Het is echter onwaarschijnlijk dat dezelfde verandering voor iedereen in dezelfde mate effectief is en zorgt voor meer plezier in het dagelijks leven (Kramer et al., 2014). Bovendien is het doorvoeren van een leefstijl-verandering best lastig, zeker als je minder plezier ervaart in het leven dan voorheen. Mensen die het plezier in hun dagelijkse activiteiten verloren zijn, zijn vaak ook minder geneigd om leuke dingen te ondernemen en lopen daardoor het gevaar om in een vicieuze cirkel terecht te komen (zie bijvoorbeeld: van Roekel et al., 2018)

Plezier terugkrijgen door uit een vliegtuig te springen

Recent hebben we onderzocht wat men kan doen om mensen uit deze vicieuze cirkel te trekken en of een parachutesprong hierbij kan helpen. Dat klinkt misschien raar, maar er waren meerdere redenen voor deze gedachte.

Ten eerste is een parachutesprong een ervaring die sterke emoties uitlokt. Hoewel mensen rationeel weten dat een parachutesprong redelijk veilig is, is de ervaring van neervallen vanaf grote hoogte zo alarmerend voor de hersenen dat dit een sterke vecht-vluchtreactie veroorzaakt bij vrijwel iedereen. Tijdens de sprong gaan bijvoorbeeld stresshormonen, de hartslag en bloeddruk omhoog, om na meestal niet al te lange tijd terug te keren naar normale waarden (Westerloo et al., 2011). Psychologisch ervaren de meeste mensen intense angst tijdens een parachutesprong (Alpers and Adolph, 2008), gevolgd door een gevoel van euforie achteraf (Celsi et al., 2002)

Een tweede reden waarom een parachutesprong veranderingen in leefstijl zou kunnen bevorderen is dat een dergelijke extreme ervaring misschien het beloningsysteem in de hersenen kan resetten. Deze reset zou dan de motivatie kunnen vergroten om plezierige activiteiten te ondernemen. Dierenonderzoek in muizen laat bijvoorbeeld zien dat delen van de hersenen die waarschijnlijk betrokken zijn bij plezier en motivatie, geactiveerd werden tijdens een vrije val (Wang and Tsien, 2011; Wise, 2004). Waarom dit precies gebeurt is nog onduidelijk, maar het zou kunnen dat de intense angst tijdens een vrije val de motivatie-systemen in de hersenen stimuleert, om zo te kunnen ontsnappen en de kans op overleving te vergroten (Wang and Tsien, 2011). In de ‘No Fun No Glory’ studie werd onderzocht of gepersonaliseerd leefstijladvies in combinatie met een parachutesprong een nieuwe interventie zou kunnen zijn om plezierverlies tegen te gaan (zie voor het volledige studie protocol: van Roekel et al., 2016; zie voor de volledige resultaten van de studie: Van Roekel et al., 2017). In deze studie werd 138 deelnemers gevraagd een maand lang iedere dag, drie keer per dag, een dagboekje in te vullen. Na een maand werden de deelnemers met anhedonie willekeurig toegewezen aan een van de volgende drie groepen: geen interventie; gepersonaliseerd leefstijladvies; en gepersonaliseerd leefstijladvies in combinatie met een tandem parachutesprong. Een tandem parachutesprong is een sprong uit het vliegtuig, waarbij je vast zit aan een ervaren instructeur. 

Het gepersonaliseerd leefstijladvies houdt in dat de adviezen werden toegesneden op de persoonlijke situatie. Op basis van de ingevulde dagboekjes werd er voor iedere persoon apart onderzocht welke leefstijlfactoren samenhingen met plezier. Daarna werd er een persoonlijk rapport opgesteld dat face-to-face met de participant werd besproken. De top drie meest gegeven adviezen gingen over sociale activiteiten (32%), fysieke activiteit (17%) en piekeren (16%). Een voorbeeld van een advies op het gebied van fysieke activiteit is: “Uit je netwerkmodellen bleek dat bewegen voor jou samenhangt met het ervaren van meer plezier op het volgende meetmoment. We adviseren je daarom om vaker te bewegen. Tijdens het gesprek gaf je aan dat je wandelen, fietsen, skeeleren en hardlopen leuk vindt om te doen en dat je wel wilt proberen om dit de komende periode 3-4 keer per week voor jezelf in te plannen.”

Het gepersonaliseerde advies bleek effect te hebben: mensen die leefstijladvies kregen, ervoeren daarna meer plezier in hun dagelijks leven dan mensen die geen leefstijladvies kregen. Echter, de mensen die leefstijl-advies hadden gekregen en daarna ook nog uit het vliegtuig sprongen ervoeren niet meer plezier dan degenen die geen parachutesprong hadden gemaakt. Met andere woorden: persoonlijk toegesneden advies op basis van dagboekjes zijn een veelbelovende techniek om plezier terug te winnen, zelfs zonder toevoeging van een vrije val als schokervaring.

Het succes van de leefstijl interventie kan mogelijk verklaard worden door de gepersonaliseerde aard van de interventie. Waar andere interventies vaak uitgaan van een ‘one size fits all’-principe, was deze interventie namelijk toesneden op de persoon. Mensen verschillen in welke leefstijlfactoren precies voor hen samenhangen met plezier en het zou kunnen dat de goede aansluiting van de adviezen op het persoonlijke leefstijlprofiel de deelnemers motiveerde om de adviezen uit te voeren. Bovendien werd in het face-to-face gesprek niet alleen advies gegeven over een leefstijlverandering, maar werd ook de manier waarop de verandering zou worden doorgevoerd uitvoerig besproken. Bijvoorbeeld, als een deelnemer geadviseerd werd vaker sociale activiteiten te ondernemen werd er daarnaast ook besproken welke specifieke plezierige sociale activiteiten men precies vaker zou kunnen doen, hoe vaak en wanneer. Mogelijk werd het persoonlijk toegesneden advies dus beter haalbaar door het concrete karakter van het advies. Vervolgens werden deelnemers tijdens de vier weken dat zij de leefstijl veranderingen doorvoerden (opnieuw) driemaal daags bemeten. Het gevoel dat de voortgang werd bijgehouden heeft waarschijnlijk bijgedragen aan het kunnen doorvoeren van de veranderingen en het volhouden ervan in de eerste vier weken. Bij nader inzien was het effect van de leefstijl interventie mogelijk (nog) groter geweest als er meer contactmomenten waren geweest gedurende de vier weken van meten nadat het advies uitgebracht was en meer follow-up metingen om te kijken of deelnemers het advies nog steeds opvolgden in de weken en maanden daarna.

Conclusie

Plezier is een belangrijk goed. Het hielp onze voorouders waarschijnlijk om voedsel, onderdak, bescherming en een geschikte partner te vinden. Alhoewel we in onze huidige samenleving niet meer hoeven te jagen of te verzamelen, is het kunnen ervaren van plezier nog steeds essentieel voor psychisch functioneren en welzijn. Een mogelijke oplossing om plezier in het leven terug te krijgen wanneer iemand lijdt aan anhedonie, is gepersonaliseerd leefstijladvies. De adviezen kunnen nieuwe inzichten geven en kunnen ervoor zorgen dat iemand meer plezier ervaart dan voorheen.

 

Wil je ook ervaren hoe het is om gepersonaliseerde feedback te krijgen op het verband tussen je dagelijkse activiteiten en je emoties? Tegenwoordig is het voor iedereen mogelijk om een maand lang dagboekjes in te vullen en daarna een feedback-rapport te krijgen op basis van die dagboekjes via https://www.hoegekis.nl/dagboekstudie/informatie.

Referenties

Alpers, G.W., Adolph, D., 2008. Exposure to heights in a theme park: Fear, dizziness, and body sway. J. Anxiety Disord. 22, 591–601. https://doi.org/10.1016/j.janxdis.2007.05.008

American Psychiatric Association, 2013. Diagnostic and statistical manual of mental disorders (5th ed.).Washington; DC: Author. American Psychiatric Association, Washington, DC. https://doi.org/10.1176/appi.books.9780890425596

Argyropoulos, S. V, Nutt, D.J., 2013. Anhedonia revisited: is there a role for dopamine-targeting drugs for depression? J. Psychopharmacol. 27, 869–877. https://doi.org/10.1177/0269881113494104

Berridge, K.C., Kringelbach, M.L., 2015. Pleasure Systems in the Brain. Neuron. https://doi.org/10.1016/j.neuron.2015.02.018

Celsi, R.L., Rose, R.L., Leigh, T.W., 2002. An Exploration of High-Risk Leisure Consumption Through Skydiving. J. Consum. Res. 20, 1. https://doi.org/10.1086/209330

Corr, P.J., Deyoung, C.G., Mcnaughton, N., 2013. Motivation and Personality: A Neuropsychological Perspective. Soc. Personal. Psychol. Compass 7, 158–175. https://doi.org/10.1111/spc3.12016

Eder,  a. B., Elliot,  a. J., Harmon-Jones, E., 2013. Approach and Avoidance Motivation: Issues and Advances. Emot. Rev. 5, 227–229. https://doi.org/10.1177/1754073913477990

Elliot, A.J., 2008. Handbook of Approach and Avoidance Motivation. Psychol. Press 682. https://doi.org/10.1017/CBO9781107415324.004

Gray, J.A., 1982. Neuropsychology of anxiety: An enquiry into the functions of septohippocampal theories. Oxford Univ. Press 469–534.

Gray, J.A., McNaughton, N., 2000. The neuropsychology of anxiety: An enquiry into the functions of the septo-hippocampal system (2nd edition). Oxford Univ. Press.

Hagen, E.H., 2011. Evolutionary theories of depression: A critical review. Can. J. Psychiatry 56, 716–726.

Harmon-Jones, E., Harmon-Jones, C., Price, T.F., 2013. What is Approach Motivation? Emot. Rev. 5, 291–295. https://doi.org/10.1177/1754073913477509

Kramer, I., Simons, C.J.P., Hartmann, J.A., Menne-Lothmann, C., Viechtbauer, W., Peeters, F., Schruers, K., van Bemmel, A.L., Myin-Germeys, I., Delespaul, P., van Os, J., Wichers, M., 2014. A therapeutic application of the experience sampling method in the treatment of depression: a randomized controlled trial. World Psychiatry 13, 68–77. https://doi.org/10.1002/wps.20090

Meyer, V.J., Lee, Y., Böttger, C., Leonbacher, U., Allison, A.L., Shirtcliff, E.A. (2015) Experience, cortisol reactivity, and the coordination of emotional responses to skydiving

Frontiers in Human Neuroscience, 9 (2015), 10.3389/fnhum.2015.00138

Nettle, D., 2004. Evolutionary origins of depression: a review and reformulation. J. Affect. Disord. 81, 91–102. https://doi.org/10.1016/j.jad.2003.08.009

Nutt, D.J., Baldwin, D.S., Clayton, A.H., Elgie, R., Lecrubier, Y., Montejo, A.L., Papakostas, G.I., Souery, D., Trivedi, M.H., Tylee, A., 2006. The Role of Dopamine and Norepinephrine in Depression and Antidepressant Treatment. J. Clin. Psychiatry 3–8.

Rasmussen, M., Laumann, K., 2014. The role of exercise during adolescence on adult happiness and mood. Leis. Stud. 33, 341–356. https://doi.org/10.1080/02614367.2013.798347

Schuster, T.L., Kessler, R.C., Aseltine, R.H., 1990. Supportive Interactions, Negative Interactions, and Depressed Mood. Am. J. Community Psychol. 18.

Stubbe, J.H., de Moor, M.H.M., Boomsma, D.I., de Geus, E.J.C., 2007. The association between exercise participation and well-being: A co-twin study. Prev. Med. (Baltim). 44, 148–152. https://doi.org/10.1016/j.ypmed.2006.09.002

van Roekel, E., Heininga, V.E., Vrijen, C., Snippe, E., Oldehinkel, A.J., 2018. Reciprocal Associations Between Positive Emotions and Motivation in Daily Life: Network Analyses in Anhedonic Individuals and Healthy Controls. Emotion. https://doi.org/10.1037/emo0000424

van Roekel, E., Masselink, M., Vrijen, C., Heininga, V.E., Bak, T., Nederhof, E., Oldehinkel, A.J., 2016. Study protocol for a randomized controlled trial to explore the effects of personalized lifestyle advices and tandem skydives on pleasure in anhedonic young adults. BMC Psychiatry 16, 182. https://doi.org/10.1186/s12888-016-0880-z

Van Roekel, E., Vrijen, C., Heininga, V.E., Masselink, M., Bos, E.H., Oldehinkel, A.J., 2017. An Exploratory Randomized Controlled Trial of Personalized Lifestyle Advice and Tandem Skydives as a Means to Reduce Anhedonia. Behav. Ther. 48. https://doi.org/10.1016/j.beth.2016.09.009

Wang, D. V., Tsien, J.Z., 2011. Convergent processing of both positive and negative motivational signals by the VTA dopamine neuronal populations. PLoS One 6. https://doi.org/10.1371/journal.pone.0017047

Westerloo, D.J. van, Choi, G., Löwenberg, E.C., Truijen, J., Vos, A.F. de, Endert, E., Meijers, J.C.M., Zhou, L., Pereira, M.P., Queiroz, K.C., Diks, S.H., Levi, M., Peppelenbosch, M.P., Poll,  and T. van der, 2011. Acute Stress Elicited by Bungee Jumping Suppresses Human Innate Immunity. Mol. Med. 17, 1. https://doi.org/10.2119/molmed.2010.00204

Wise, R.A., 2004. Dopamine, learning and motivation. Nat. Rev. Neurosci. 5, 483–494. https://doi.org/10.1038/nrn1406

World Health Organization, 2015. Fact sheet No 369: Depression. WHO. https://doi.org//entity/mediacentre/factsheets/fs369/en/index.html

Auteur(s) van het artikel

Facebook