Handsfree bellen is ook gevaarlijk

Handsfree bellen is niet veiliger dan bellen met de telefoon in je hand. Dat bellen tijdens het autorijden een bron van afleiding is, daar zijn de meeste mensen het wel over eens. Het bedienen en vasthouden van de telefoon is overduidelijk afleidend, maar het verdelen van de aandacht tussen de weg en het telefoongesprek is eveneens een bron van afleiding. De resultaten van een recent oogbewegingsonderzoek van Vias institute bevestigen dit: tijdens een handsfree gesprek richten bestuurders hun aandacht minder op informatie die relevant is voor het autorijden, zoals de snelheidsmeter, verkeersborden en het overige verkeer. Vooral niet-geautomatiseerde taken lijden onder handsfree bellen. Bijvoorbeeld het detecteren van een plots overstekende voetganger. Om risico’s te vermijden is het dus beter om in de auto elke vorm van telefonie te vermijden.


Figuur 1. Afbeelding van een eye-trackingbril.

Ongeveer 25 procent van de auto-ongelukken zijn te wijten aan afleiding (Lipovac, Derić, Tešić, Andrić, & Marić, 2017). Niet voor niets is bellen tijdens het autorijden met de telefoon in de hand verboden in veel landen. Het gaat hierbij dan ook om een zeer afleidende handeling die vergelijkbaar is met het rijden onder invloed van alcohol (Lipovac et al., 2017). Gewoon bellen (dat wil zeggen met een telefoon in je hand) zorgt ervoor dat je minder afstand houdt ten opzichte van je voorligger, je slechter je positie binnen de rijstrook aanhoudt en je minder alert bent. Hierdoor merk je gevaarlijke situaties te laat op en reageer je er langzamer op, waardoor de kans op een ongeval aanzienlijk toeneemt (Lipovac et al., 2017; Caird, Simmons, Wiley, Johnston, & Horrey, 2018; Horrey & Wickens, 2006; Dingus et al., 2016). Is handsfree bellen dan de oplossing wanneer je een telefoongesprek wilt voeren tijdens het rijden? In tegenstelling tot gewoon bellen is handsfree bellen in de meeste landen wel toegestaan. Dit wekt de indruk dat deze vorm van bellen minder invloed heeft op het rijgedrag. Uit onderzoek blijkt echter dat handsfree bellen even gevaarlijk is als bellen met een telefoon in de hand (Caird et al., 2008; Ishigami & Klein, 2009). Hoewel tijdens handsfree bellen het gebruik van de telefoon minimaal is, verdeel je als bestuurder tijdens een telefoongesprek de aandacht altijd over twee taken tegelijkertijd: het telefoongesprek en het autorijden. 

Automatisme

Er zijn een aantal opvallende verschillen tussen het rijgedrag van bestuurders die handsfree bellen en dat van bestuurders die bellen met de telefoon in hand. In tegenstelling tot gewoon bellen, heeft handsfree bellen minder invloed op de snelheid, het aantal keren dat van rijbaan gewisseld wordt of de afstand tot de voorligger bij het inhalen (Caird et al., 2018; Desmet & Diependaele, 2018). Dit komt overeen met de cognitieve controle hypothese van Egstrom en collega’s (2017). Volgens deze theorie zouden vooral niet-geautomatiseerde aspecten van het autorijden beïnvloed worden door handsfree te bellen. Wanneer je handsfree belt, heeft dit dus met name invloed op zaken als je reactievermogen en het detecteren van gevaar en minder op automatismen zoals snelheid houden of van rijbaan wisselen (Caird et al., 2018). Bestuurders die handsfree bellen zijn zich minder bewust van de risico’s op de weg en als gevolg zullen zij minder snel trager rijden als er gevaar dreigt. Bestuurders die gewoon bellen laten dit compensatiegedrag doorgaans wel zien (Ishigami & Klein, 2009). Wanneer de verkeersituatie complexer of drukker wordt, of wanneer de bestuurder minder rijervaring heeft, zal een handsfree telefoongesprek een grotere impact op het rijgedrag hebben. In deze situaties kan je minder op automatismen teruggevallen en ben je je sneller bewust van de risico’s. 

Oogbewegingen

Maar wat is nu precies de reden waarom handsfree bellen rijgedrag beïnvloedt? Een goede manier om dit te onderzoeken is door te kijken naar de oogbewegingen van een autobestuurder (Harbluk, Noy, Trbovich, & Eizenman, 2007; Desmet & Diependaele, 2018). Door oogbewegingen van de bestuurders te meten kan worden nagegaan waarop zij hun aandacht richten tijdens het rijden. Er is een sterke link tussen oogbewegingen en aandacht (Posner, 1980). Wanneer je je aandacht richt op iets in de omgeving, richt je doorgaans ook je blik hierop. Zodoende kunnen oogbewegingen meer inzicht geven over hoe aandachtig een bestuurder (nog) is tijdens een telefoongesprek. Onderzoek naar oogbewegingen richt zich op zowel fixatiepunten, dat zijn punten of objecten waarop je je blik even laat rusten, als op patronen van oogbewegingen die tonen hoe je je blik over de omgeving laat gaan. Om oogbewegingen te registreren, wordt gebruik gemaakt van camera’s die zijn ingebouwd in een speciale bril (Figuur 1). 

Gekeken maar niet gezien

Uit de studie van Vias institute blijkt dat de zogenaamde saccades (‘sprongetjes’ die de ogen maken tussen twee fixatiepunten), tijdens een telefoongesprek langer zijn in vergelijking met wanneer bestuurders van een auto niet aan het bellen zijn. Ook is de spreiding van de fixaties groter bij bestuurders die handsfree bellen, wat wil zeggen dat de fixatiepunten verder uit elkaar liggen en dus over een groter gebied verspreid zijn (Desmet & Diependaele, 2018). Langere saccades en de grotere spreiding van fixaties impliceren dat de bekeken objecten verder uit elkaar liggen. Met andere woorden: De deelnemers laten tijdens het handsfree bellen hun blik over een groter gebied gaan. Uit de studie van Vias institute blijkt echter dat dit niet betekent dat de bestuurders hun omgeving bewust waarnemen. Het tegendeel lijkt waar. In vergelijking met niet bellen tijdens het rijden, wordt er tijdens een handsfree telefoongesprek minder gekeken naar verkeersborden, de spiegels, het overige verkeer en de snelheidsmeter (Harbluk et al, 2007; Desmet & Diependaele, 2018). Ook herinneren bestuurders zich minder elementen uit hun omgeving nadat ze een telefoongesprek hebben gevoerd, wat eveneens wijst op minder aandacht voor het verkeer en de omgeving tijdens het gesprek (Briggs et al., 2011; Strayer & Drews, 2007). Dit komt omdat het opnemen en verwerken van informatie uit het telefoongesprek interfereert met het verwerken van informatie uit de omgeving. Er wordt dus tijdens het telefoongesprek minder informatie uit de omgeving opgenomen. Je ogen dwalen tijdens het telefoongesprek weliswaar meer rond door de omgeving, maar je neemt minder relevante informatie bewust waar. Oogbewegingen en aandacht mogen dan wel gerelateerd zijn, “kijken” is niet per definitie gelijk aan “zien”. Dit fenomeen heet onaandachtige blindheid (‘inattentional blindness’; Mack en Rock, 1998) en leidt soms tot ogenschijnlijk bizarre ongevallen, waarbij de bestuurder ‘keek-maar-het-niet-zag’ (Herslund & Jorgensen, 2003).     

Slotsom

Concluderend kan worden gesteld dat handsfree bellen net zo gevaarlijk is als niet-handsfree bellen. Met name de visuele aandacht wordt verstoord door het telefoongesprek. Dit kan er toe leiden dat gevaarlijke situaties minder snel worden opgemerkt met een verhoogd risico op ongevallen tot gevolg. Niet bellen, in welke vorm dan ook, is altijd veiliger dan wel bellen. 

Referenties

Briggs, G. F., Hole, G. J., & Land, M. F. (2011). Emotionally involving telephone conversations lead to driver error and visual tunneling. Transportation Research Part F, 14, 313–323.

Caird, J. K., Simmons, S. M., Wiley, K., Johnston, K. A., & Horrey, W. J. (2018). Does talking on a cell phone, with a passenger, or dialing affect driving performance? An updated systematic review and meta-analysis of experimental studies. Human Factors, 60, 101–133.

Dingus, T. A., Guo, F., Lee, S., Antin, J. F., Perez, M., Buchanan-King, M., & Hankey, J. (2016). Driver crash risk factors and prevalence evaluation using naturalistic driving data. Proceedings of the National Academy of Sciences, 113, 2636–2641.

Harbluk, J. L., Noy, Y. I., Trbovich, P. L., & Eizenman, M. (2007). An on-road assessment of cognitive distraction: Impacts on drivers’ visual behavior and braking performance. Accident Analysis and Prevention, 39, 372–379.

Herslund, M. B., & Jorgensen, N. O. (2003). Looked-but-failed-to-see-errors in traffic. Accident Analysis and Prevention, 35, 885–891.

Horrey, W. J., & Wickens, C. D. (2003). Multiple resource modeling of task interference in vehicle control, hazard awareness and in-vehicle task performance. In Proceedings of the second international driving symposium on human factors in driver assessment, training and vehicle design (pp. 7–12). Iowa City: University of Iowa.

Ishigami, Y., & Klein, R. M. (2009). Is a hands-free phone safer than a handheld phone? Journal of Safety Research, 40, 157–164. 

Lipovac, K., Derić , M., Tešić , M., Andrić , Z., & Marić , B. (2017). Mobile phone use while driving-literary review. Transportation Research Part F, 47, 132–142.

Mack, A., & Rock, I. (1998). Inattentional blindness. Cambridge: MIT Press.

Strayer, D. L., & Drews, F. A. (2007). Cell-phone–induced driver distraction. Current Directions in Psychological science, 16, 128–131.

Auteur(s) van het artikel

Facebook